Poëzie lag
onaangeroerd,
ongeschreven of gezegd
te wachten in het hoofd.
Wie durft er op
te schrijven
of voor te dragen, hier op
het hellend vlak vol kritisch
kenners publiek? Ik!
Op moment suprême
breekt
zweet mij uit, hees verspreek
ik mij, knik door de knieën
herpak mij, neem een hand
vol adem, draag voor wat ik weet.
Was het
gedicht nog maar
ongeschonden, zodat alles klopt
en mijn schrijven en spreken
ons niet laat verdwalen van wat
smetteloos bestond.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten