Op
19 februari ben ik geboren en dus jarig. Het gezegde ‘Dan ben je nog niet jarig’,
is vast bekend. Het is gekscherend bedoeld, omdat jarig zijn normaal gesproken gewoon is. In mijn geval is het serieuzer,
want ik had het evengoed niet kunnen zijn.
Terug
naar mijn verjaardag. Ilian is op bezoek met zijn ouders. Hij groeit hard en leert
veel. Hij beweegt zoveel met zijn benen, trappelen, dat een vriend van mij er een
toekomstig wielrenner in ziet. Brabbelen doet hij ook. Als hij op zijn kleedje
ligt ga ik naast hem liggen. ‘Dag Ilian lieve kleine jongen, wat wil je zeggen?’
Hij lacht en probeert mij wat te vertellen. Hij denkt: Dag lieve opa wij begrijpen
elkaar heel goed.
Lunchtijd.
Hij de borst en een stukje peer. Ik een boterham in hapklare stukjes. Wij
zouden een wedstrijdje in ruiken en proeven kunnen houden. ‘Pas je op opa. Verslik
je niet.´ Na het eten is het tijd voor een wandeling. Hij in een draagzak. Ik
in een winterjas. Er staat een kille winterwind. Het stappen gaat lekker en als
ik naar hem kijk, ligt hij te slapen op de borst van zijn moeder.
In
de middag lees ik voor uit een kinderboek met allerlei uitklapbare plaatjes. Daarachter
komen diertjes en meer tevoorschijn. Er staat maar weinig bij geschreven. Voor mij
geen probleem. Ik laat mijn fantasie erop los. Ilian heeft het door en wipt ook
wat plaatjes los. Hij murmelt zijn eigen verhaal en kijkt af en toe naar mij
op.
Na
het avondeten gaat Ilian naar huis. Onderweg valt een mooie dag over zijn ogen. Ze vallen langzaam
dicht. Nog even opent hij ze thuis. Dan is daar zijn bedje. Ik ben ook moe van
al de indrukken van de dag. Telkens val ik op de bank, terwijl ik televisie
kijk, opzij. ‘Ga toch lekker naar bed’, hoor ik José zeggen. Ik sta op en strompel, immers al een jaartje
ouder, naar boven. In bed raak ik
evenals Ilian in gedachten. De fijne dag trekt aan ons voorbij. Ik vraag mij af:
Droom of denk ik nou?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten