Weet
je nog dat wij wandelden in Abbenbroek,
langs
de protestantse kerk en haar dodenakker.
Wij
lazen een oude tekst boven het toegangshek
en
begrepen hem maar half.
Wij
liepen over een meanderend pad net buiten het dorp
links
van ons een weiland vol jong leven en rechts
ten
tweede male een begraafplaats, een moderne dit keer.
Bij
een betonnen brug hielden wij halt
en
gingen zitten, ieder aan een kant.
Jij begon
te praten over leven en dood,
jij
was bang voor ‘de jongste morgen’
ik
stelde je gerust – er is echt geen God
die
zittend op een wolk zal oordelen over
zijn
volk en verwijzen naar hemel of hel.
Meer
blijmoedig dan mistroostig liep jij later
met
mij aan jouw zijde terug naar het dorp
bij
de kerk keken wij nog eenmaal om en lazen:
'Heb
eerbied voor deze plaats,
ontdaan
van de aardsche zorgen
rust
hier het menschlijk stof
tot
aan de jongste morgen'.
Wij
glimlachten naar elkaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten