Martin dacht ooit, terwijl hij genoot van het uitzicht over een deel van de
Duitse Eifel: De mens is in de wereld geworpen. Daar treft hij zich aan, geeft
zichzelf betekenis en doet.
Dit
is een existentiële gedachte. We bestaan niet zomaar. We zijn actief betrokken bij
wie wij zijn en bij ons lot in de wereld. De reis van
zelfontdekking en zingeving. Wie reist er mee?
Elk
van de drie elementen uit de titel van dit schrijven speelt een cruciale rol in
de vorming van ons leven en onze realiteit. Gedachten vormen de basis van ons
bewustzijn, woorden geven vorm aan onze intenties en daden brengen onze visies
tot leven. Samen creëren ze een dynamisch geheel dat voortdurend evolueert en
de wereld om ons heen beïnvloedt.
Terwijl
Martin daar zo zit, scharrelt er iets kleins tussen de nog winterkale takken
van een hazelaar. Het vogeltje, want dat is het, fladdert nieuwsgierig naar een
kale tak. Een merel vliegt voorbij. Dit geldt niet voor de gedachten van de man.
Hij denkt terug aan een tekst die hij las. Al kan hij die niet meer exact
onder woorden brengen.
‘Wat
is bestaan of niet-bestaan? Is dat een eenheid of dualiteit?’
De
zon verschuilt zich achter een wolk. Een vlaag wind trekt aan. Voel ik niet een
druppel regen. Een duo wandelaars loopt voorbij. ‘Schiet maar niet op, het
voorjaar, he?’ ‘Koud en nat’. Martin trek zijn kraag op maar blijft zitten. Een groene
specht lijkt hem uit te lachen. De roep van de vogel is voor hem een teken : ‘Laat ik
stoppen met denken om overal waarde aan te geven. Het weer bijvoorbeeld is er
gewoon, net zoals ik zelf. Toch ontsnapt er nog een vraag: Wat was er voor het
bestaan, voor de existentie?
De
meeste mensen zouden zich waarschijnlijk niet druk maken over zulke
filosofische vragen, maar voor Martin waren ze het hart van zijn existentie.
Terwijl hij daar zit, in de natuur, voelt hij een diepe verbondenheid met alles
om hem heen. De wereld is niet slechts een plaats om te bestaan, maar een
canvas waarop hij zijn eigen betekenis kan schilderen.
Hij
staat op, strijkt zijn jas glad en begint langzaam terug te wandelen naar huis.
De vragen blijven, maar nu met een gevoel van vrede en aanvaarding. Misschien,
denkt hij, zijn het niet zozeer de antwoorden die ertoe doen, maar de reis zelf.
En in die reis vindt hij zijn ware ik.