In de metro zit tegenover mij een mooie
jonge vrouw. Onopvallend, kijk ik naar haar; #I-have. Haar haren zijn goudblond
en vallen oogstrelend mooi over haar ranke schouders. Even heb ik oogcontact en
ik vermoed een nauwelijks zichtbare glimlach van haar kant. Een camel kleurige jas
verhult de contouren van haar lijf, dit in tegenstelling tot haar donkergroene rok
en de wollen maillot die zij draagt. Haar handen, de mooiste die ik ooit heb
gezien liggen losjes op haar tas van leer. Aan haar voeten draagt zij in schril
contrast, maar desalniettemin modieus, een paar Allstars. Vroeger noemden wij dergelijk schoeisel basketbalschoenen.
Ter hoogte van de enkels zaten ronde schijfjes van rubber. Wij maakten daaruit
op dat de drager nu zijn enkels niet meer zou kunnen verzwikken. Wat natuurlijk
een onzinnige gedachte was, de schijfjes dienden alleen als versiering. Terwijl
mijn gedachten hun eigen weg kiezen, luister ik naar opzwepende muziek -
Nobody gonna take my head
I got speed inside my brain
Nobody gonna steal my head
Now that I'm on the road again
Oooh I'm in heaven again
I've got…
I got speed inside my brain
Nobody gonna steal my head
Now that I'm on the road again
Oooh I'm in heaven again
I've got…
en
passeer een jeugdgevangenis die ligt ingeklemd tussen een woonwijk en een
industriegebied. Dertig jaar terug was dit gebied een grote polder waarin
koeien graasden, de grutto broedde en de slobeend door kraakheldere slootjes
zwom. Daar is vandaag de dag vrijwel niets meer van over. Alles is bebouwd, en
ter compensatie is een groot deel beplant met populieren en ander snelgroeiend
groen. Alleen een vergeten laantje met knotwilgen, waarlangs een oude sloot
ligt prikkelen mijn herinneringen. Ineens kijk ik weer naar haar. Mijn blik
glijdt traag langs haar benen en pauzeert bij haar handen, die, het is warm in
de coupe, een voor een de knopen van haar mantel beroeren. Met flair slaat zij
daarvan een pand opzij. Nog voor ik mij ongemakkelijk door mijn voyeurisme voel,
gaat mijn blik naar haar gezicht en ogen die vriendelijk lichtblauw in hun
kassen rusten. Iets zegt mij dat ik op moet houden om naar haar te kijken, maar
ik kan het niet. Van een psychologe had ik ooit geleerd dat als je uit
beleefdheid iemand aan moet kijken en je voelt je daarbij ongemakkelijk, dat
het dan handig is om naar het puntje van de neus van die persoon te kijken. Dat
zou niet opvallen. Maar haar neus, die is zo mooi, dat zelfs Cleopatra jaloers
zou zijn geworden. Ik ben totaal verloren.
All day long I think of things but nothing seems to
satisfy
Think I'll lose my mind if I don't find something to pacify
Can you help me, occupy my brain?
Think I'll lose my mind if I don't find something to pacify
Can you help me, occupy my brain?
Een aantal stations verderop knoopt zij
haar jas weer dicht. Ik die even afgeleid was, ben weer vol aandacht. Dan
ineens vangt haar blik de mijne. Terwijl zij opstaat gunt zij mij een gulle
knipoog. Als verderop de metrodeuren zich openen, kijkt zij nog eenmaal
achterom. Haar alleszeggende blik trekt een siddering door mijn lijf, die zich
samenbalt in mijn maag. Dan sluiten de deuren zich en trekt het voertuig zich
in gang. Vanuit het raam zie ik haar goudgele lokken als zoete honing tussen de
menigte verdwijnen.
This is the end, beautiful friend
This is the end, my only friend, the end
Of our elaborate plans, the end
Of everything that stands, the end
No safety or surprise, the end
I'll never look into your eyes, again
This is the end, my only friend, the end
Of our elaborate plans, the end
Of everything that stands, the end
No safety or surprise, the end
I'll never look into your eyes, again
De songteksten (fragmenten) zijn
achtereenvolgend van Deep Purple, Black Sabbath en The Doors.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten