maandag 23 december 2024

Vragen

Dit keer een stukje proza van mijzelf in de O-O-GO. Een literaire periodiek van Goeree-Overflakee. De tekening is van Niels Snoek.






zaterdag 14 december 2024

Winterlicht

afgelegen huis
in verlaten landstreek
daar, leeft, schrijft hij
verzonken

alleen,
omringt door eeuwigdurende
stilte

zo stil, dat alleen
geluiden rondom zijn huis
te horen zijn

regen, wind, de plof
van een onvoldragen vrucht
gevallen uit een boom

de schreeuw van een kauw
het gekoer van een duif
kleurloze inkt op papier


 

maandag 9 december 2024

Wat nu?

Keuzes. Ze liggen soms voor het oprapen. Wat te doen als je te vroeg in de morgen wakker wordt en denkt uitgeslapen te zijn. Weet je wat, ik los online een schaakprobleem op.  Al snel zie ik mijn beste zet. Hij komt overeen met die van eerder. Toen zag ik echter een addertje onder het gras. Nu is die verstopt in het klamme groen van een berm langs de kant van een bospad. Op het moment dat ik een centrumpion naar voren schuif en nog eens goed, althans dat idee heb ik, de situatie overzie, op de V-knop druk, waardoor de zet wordt bevestigd, bijt de adder venijnig in mijn kuit. De dame van mijn tegenstander slaat mijn toren. Haren rijzen mij te bergen, de maag verkrampt zich, drift en agressie spannen zich samen. Ik kan slecht tegen mijn verlies. Verliezen? Never! Met mijn paard zet ik de dame van mijn tegenstander klem. Vangen zal ik haar. Terwijl ik dit stukje schrijf, geeft het spel met een piep aan dat mijn tegenstander heeft gezet. Zelf ga ik een punt achter dit blogje plaatsen en laat het vervolg ‘open’. Een literaire vondst, wanneer je het als schrijver niet meer weet. De lezer mag het zelf invullen en leest misschien uit nieuwsgierigheid mijn volgende blog. Tel uit mijn winst.


dinsdag 3 december 2024

Praatjes en Plaatjes

 


zijn of niet - zijn
dat is (niet) de vraag
ik ben er immers


worstelen in' t duin
conditie, kracht, balans
fitness exercitie 

    wie neerwaarts beweegt
                                       mag ook een keer naar boven
                                              door het mulle zand

maandag 25 november 2024

De Pot

'Waar wassie?'
'Op De Pot.'
'Moesie piesie dan?'
'Nee joh, op het DeePoo van 't Boijmans. Charlie was er ook.'



Charlie - Toor-op-de-pot


Strandstoelen. Op de wand, of het strand?



Chabot Kippenvel bij het zien van deze impressie  




woensdag 20 november 2024

Kijk eens - Uit het leven van ...

‘Wat heb ik in mijn handen?’
‘Een aadbei.’
‘Nee, een aarrrdbei. Met een rrr.’
'Aardbei.’
‘Ja, goed zo. Rood en lekker zoet.’


De tuin der lusten - Bosch



Pronk stilleven met kaas en fruit – van Dyk


‘En dit?’
‘Appel.’
‘Jaaa, wil jij er een?’
‘Lekker.’

Twee vrouwen op het strand - Picasso.


‘Kijk mamma, een hand.’
‘En waar zit die aan vast, wat is dit?’
‘Arrrm.’
‘Prima, super-de-lux, in de blauwe lucht. Zie jij de witte wolken? Kom ga mee naar buiten. Misschien zijn er ook wel wolken bij ons in de lucht?’
‘En een aadbei in de tuin.’
‘Ja wie weet, kom mee. Wil je ook een appel?’






donderdag 7 november 2024

Poëzie

Baby gegroeid met eigen wijsheid
tot peuter vol babbels verlangt
alles te begrijpen.

Volgt moeder waar zij gaat en
ontdekt veel wat er in de weidse
wereld te vinden is.

Doet niets liever dan zich neervlijen
in de schaduw naast mams en paps.

Wat hij ziet hoort of voelt aapt hij
na zo ervaart hij zijn warrige wereld.

zondag 3 november 2024

Reflectie

Twaalf uur. Tijd voor de middagpauze. Boterhammen vinden hun weg van tas naar hand. Die kan hij onderweg naar het museum mooi oppeuzelen. Daar blijven dan tien minuten over om naar ‘t schilderij Het Puttertje kijken. Dan weer hop naar kantoor, met misschien een laatste boterham.

Hij is een denker.

Stel dat ik een schrijver ben, dan uit ik mijn gedachten en gevoelens op schrift. Dat brengt mij in een stemming van geluk. Zoals bij een ander, die schildert, beeldhouwt, of musiceert. Dat wat geschreven is kan ik wissen, bewaren, of delen. Wie weet zijn er geïnteresseerde lezers. Het is dan fijn om van hen een reactie te krijgen. De ander is dan een middel tot een grotere voldoening.

Een ander kan je ook negatief ‘raken’. Ofwel: Kun je alles ‘zeggen’ wat je denkt?
Gelukkig kunnen wij mensen daarover nadenken. Het is immers een moreel ethisch aspect.

Oei, het lijkt wel of de tijd is vergeten. Het kantoor wacht. Onderweg, nog steeds stromen gedachten door het hoofd, glijdt hij bijna uit over hondendrek. Zou het van die grote zijn die net blaffend tegen hem opsprong? Die lastige honden. ’t moest verboden worden. Hupsakee daar komen de volgende gedachten.

Hoe kan ik als subject een objectief oordeel geven? Dat kan alleen als ik ‘buiten’ mijzelf ga staan en ik de ander ben. De ander is object(ief). Objectiviteit ligt dus buiten het subject.

Pff, wat een gedachten weer. Hij neemt nog een boterham die om te smullen is. Gedachten konden zij af en toe maar op een wolkje gezet worden en voorbij drijven, of …😊

 

  


  

vrijdag 1 november 2024

Wat is in gedachten

 

Met z’n tweeën zitten zij daar. De een danst met vingers over de toetsen zwart en wit. De ander beweegt het penseel ritmisch op het samenspel van de melodie met zijn gedachten.

‘Wat een mooie compositie, zomaar uit het hoofd. Hoe doe jij dat nou?’
‘Je zegt het goed. Het ligt daar al. Kant en klaar. In mijn hoofd.’
‘Het is een herschepping van mijn gedachten.’

‘Grappig. Ik bedenk mij nu, dat ik precies hetzelfde doe. Ik verbeeld mij dat ik de oorspronkelijke muzikale expressie, dat wat in jouw hoofd bestond, herschep en beleef, eigenlijk vallen de muzikant en de luisteraar dan samen.’

‘Ja, maar de vraag blijft, wat was het beeldende muziekstuk nu werkelijk?’

Om de spanning iets af te vlakken, speelt de pianist een blues, die zwaar begon, maar lichter wordt en eindigt met een vrolijke noot. Zomaar uit het hoofd. Lag het daar al klaar, of? Het ware kunstwerk drukt emoties uit. Neem dit gedicht.

Wichelroede dichter

Het gedicht is er al.
        Het wacht op mij.
        Het zoeken dat moet ik.

Met mijn gave,
een soort van wichelroede.

Soms vind ik er een.
Dit?

‘Een kunstenaar, muzikant, of dichter neemt eigenlijk het initiatief om uit te drukken wat hij voelt bij het herscheppen van wat in het hoofd al bestaat.’

‘Nou, best wel pittige kost hoor. Speel nog eens wat vrolijks, dan schilder ik nog wat. Als wij dan oordelen over wat wij hebben gemaakt, wil ik dat smaak noemen.’

dinsdag 29 oktober 2024

Rendez- Vous

Poëzie lag onaangeroerd,
ongeschreven of gezegd
te wachten in het hoofd.

Wie durft er op te schrijven
of voor te dragen, hier op
het hellend vlak vol kritisch
kenners publiek? Ik!

Op moment suprême breekt
zweet mij uit, hees verspreek
ik mij, knik door de knieën
herpak mij, neem een hand
vol adem, draag voor wat ik weet.

Was het gedicht nog maar
ongeschonden, zodat alles klopt
en mijn schrijven en spreken
ons niet laat verdwalen van wat
smetteloos bestond.

 

 

















 

donderdag 24 oktober 2024

Gedachtenstroom - Schrijverdsdroom

Vanachter het toetsenbord staar ik naar buiten. De mist die was verwacht, is er niet. Plots verlicht de entree van het huis. Het buurmeisje is de schuldige. Zij heeft de bewegingsmelder van de lamp in gang gezet. Rustig tik ik verder op het toetsenbord.

Ooit las ik het anderhalf vuistdikke filosofische boek Sferen van Peter Sloterdijk. Erudiet taalgebruik in abstracte begrippen. Uiteindelijk kreeg ik dat wat bedacht en opgeschreven was onder de knie en de tekst mij. Toen het boek uit was, liet ik het bezinken, las het later nog eens, althans probeerde het. Hoe heb ik dit kunnen begrijpen. Ik snap er niets meer van. Volgens mij is de filosoof meer een fantasoof.

Filosoferen is voortborduren op wat eerder bedacht is. Zelden is er iets nieuws. Is dat wel het geval, dan wordt dat samengevoegd met wat eerder bedacht was. Omdat ik met taal bezig ben, een leuke hobby, koppel ik wat ik las samen met wat ik denk in proza of poëzie.

 

niets 'is'
         alles verschilt voortdurend
         telkens communiceren krachten, ook in de mens

         we leven in een chaosmos
         waarin een stroom van kosmische krachten

Chaosmos. Grappige woordvondst, niet?
Een vriend van mij die ook van dergelijke vondsten houdt, dacht: kosmos, kosmonaut en vond: psychonaut. Het kan ook zo zijn dat je filosoferen ziet als psychologiseren bij vage of abstracte teksten. Is dat erg? Niet als je er plezier in hebt en doorhebt wat er gaande is.

Nu ik denk en schrijf, verdwijnt ook de nevel uit mijn hoofd. Voordat ik zo mijn schoenen aantrek en een flink stuk ga wandelen, althans dat is mijn idee, toch nog even dit:

       positieve kritiek
       geeft creatie - subjectieve creatie in een objectieve wereld.

 De laatste twee zinnen vrij naar De Leuze. Een filosoof, of …

 

zaterdag 19 oktober 2024

Dialoog en Illusie

Het rotsblok waarop zij zitten, toont abstracte vormen, voortgebracht door het water dat er jarenlang langs stroomde en delen wegsleet. Zon en wind leken kunstzinnig, verweerden de steen, dat alles zoals bij een woestijnroos.

‘Stel je nu eens voor, dat er naast de wereld waarin wij leven, een wereld van zuivere ideeën bestaat. Is dan niet onze wereld een afspiegeling daarvan?’

‘Ik zie toch wat ik zie?’

‘Oké, maar ik zie wat anders en hij en zij ook. Het is toch een perspectief.’

‘Ja, maar een stoel is toch een stoel, of …‘

‘En hoe zit dat met een kunstenaar? Die spiegelt de afspiegeling na. Hoe zit dat?’

‘Een schilder, schildert een stoel na. Dat is juist. Maar …, zou die niet het zuivere idee direct na kunnen bootsen?’

Even worden de twee afgeleid. Een roodborst, nieuwsgierig en zonder angsten, laat zijn melancholische zang horen. Beiden houden zich even stil, totdat de een de vogel groet en een praatje met hem maakt. Met z’n drieën vullen ze de ochtend.

‘Met andere woorden, een zintuigelijke waarneming is verdacht, onzuiver. Het leidt af van de zuivere vorm.’

‘Goed, maar wat wil je hier nu mee?’

‘Niets. Of toch. Het is stof om over na te denken. Niet zomaar iets om langs heen te lopen’.

Thuis pakt een de pen. Schrijft wat diepe gedachten op. Illusies of …?

 

schildert hij wat hij ziet
of
ziet hij wat hij schildert

twee verschillende schilders
twee verschillende weergaves

ziet het ‘beeld’ eruit als het object
of het object als het beeld

#

hoe succesvoller de illusie
hoe groter de kans van

verwarring met realiteit 

dinsdag 15 oktober 2024

Nabootsing

Langzaam zoeken de vingers hun weg over de toetsen van de laptop. Wat een dag tevoren in steekwoorden op papier was gepend, vindt nu geen samenhang meer. Wat te doen? Vanmiddag dan maar, of doorzetten?

Wat ik nu schrijf, is een nabootsing van wat gebeurt, of gebeurd is. Niet dat het fictie is, maar het is onmogelijk om geheel de werkelijkheid op te schrijven. Hoe zit dat bijvoorbeeld met de pianist(e)?

Hij geeft met de ene hand het ritme weer, met de andere hand de melodielijn. Samen weerspiegelen zij de gevoelens. Niet alles kan juist weergegeven worden, niet alles door de luisteraar goed begrepen.

Een fotograaf neemt een foto van de werkelijkheid. Een deel van. Een dag later bij het zien van de foto, was dat de werkelijkheid, maar nu? Het kan nu dus fictie zijn, een herinnering aan een mogelijk verdwenen werkelijkheid. Alle ideeën bij het zien van de foto, is een nabootsing van een mogelijke werkelijkheid.

Gewoon gaan schrijven, met cafeïne, brengt de boel op gang. Moet je eens zien hoe vrolijk de vingers over de toetsen dansen. Het schrijven lekker afmaken en dan hup naar buiten. Goed dat ik heb doorgezet.

Nog even. Neem nu een kind. Laatst zag ik een filmpje waarop een ukkepuk met een kruiskopschroevendraaier zijn vader nadeed en de schroeven van een stoeltje probeerde vast te draaien. Nu dringt de vraag zich op -.

Een zintuiglijke waarneming is die waar? Je kijkt, maar zie je het juiste? Neem de zonsopkomst en denk aan Galileo Galilei😉

vrijdag 20 september 2024

De Ommuurde Tuin

 

De gedachten van de kleine jongen vormen zich in woorden. Vingers omklemmen een zoete puntpaprika waarin knaagsporen duidelijk zijn te zien. Hey, daar liggen wortels. Ik heb ze gisteren nog geraspt met mamma. En daar aardappels. Het is een lust voor oog en maag om de producten, die biologisch-dynamisch zijn geteeld in de schappen te zien liggen. Een vinger leg ik voor mijn lippen. Sssst gebaar ik naar zijn moeder. Een hand reist naar zijn nek, waar hij zacht strelende bewegingen maakt. Hij kijkt om, pakt zijn moeders been en verschuilt zich erachter. Opa! Verlegen maakt hij kennis met een nieuw moment op een zonnige morgen.

‘Kom, dan gaan wij naar de trampoline. Dan kun je lekker springen.’ Dat wil ik wel. Zo snel als de benen hem kunnen dragen dribbelt hij naar het toestel, probeert erop te klimmen. Het lukt niet. Sterke handen pakken hem vast, zetten hem op de rand. De schoenen worden uitgedaan. Als een acrobaat veert hij op en neer. Na wel duizend sprongen gaat hij moe op zijn buik liggen. Vlakbij opa. Die streelt zijn rug. ‘Keer.’, roept hij als hij is uitgerust. Mamma offert zich op. Opa bewondert al het moois in de tuin.

De volgende dag acteert pappa op het toneel. Opa leest voor uit Dikkie Dik. ‘Miauw’. Pappa klust aan de nieuwe keuken. ‘Wil je naar buiten?’ ‘Jaaa!’ Na een ronde door het dorp, staan we stil op een plein. Grote vliegtuigen uit de jaren veertig, vijftig cirkelen over het dorp. Airborn! Een herdenking – tweede wereldoorlog. Het knulletje kijkt zijn ogen uit. Net zoals bij de klep van de vrachtauto die bloemen bij de supermarkt heeft gebracht. En opa? Die heeft het meer dan naar zijn zin en denkt: Straks ga ik maar eens op mijn buik liggen. Wie weet zoeken kinderhanden de weg op mijn rug.

 

donderdag 5 september 2024

Drie vrienden

Bladeren komen uit knoppen
narcissen staan in bloei
tevreden strijkt hij neer langs
de Boezem ’t kalme water
dat zijn rijk splitst van ’t centrum
hem inspireert tot zien en dichten
tussen schrijver en poëet leest
hij boeken bij de vleet.

Bootje naar links bootje naar rechts
hoog boven het water overziet hij
bijna geheel de Kop van Zuid
de Nieuwe Maas schuimend, stil
bezielt hem tot denken en kunst
soms deelt hij gedachten en gevoelens
buiten mag hij kiezen ga ik links- of
rechtsom samen of alleen.

Auto’s rijden van en naar ’t pontje
hoog in de mast zijn zij neergestreken
nauwelijks te zien of te horen, maar
hij weet, is tevreden hen te zien
het is volgen van de draden vol
spanning tot waar land de huizen scheidt
daar is zijn stekkie ver weg van alles en
iedereen - inspiratie een nieuw verhaal.



maandag 2 september 2024

water

De tuin ligt in de schaduw. Rond de tafel, die beetje bij beetje gevuld wordt met lekker eten en drinken, meandert vrolijk gebabbel. Gezelligheid kent geen tijd. De kleine ukkepuk doet enthousiast mee. Uit vermoeidheid blijft het bestek onaangeraakt. Vet, zoet en andere smaken vinden de weg tussen vingers en duim naar de mond. Handen worden afgeveegd aan het kleine lijf. Niemand mag hem schoonpoetsen behalve ik. Een doek gedrenkt in koud water doet wonderen. Douchen is voor de kleine een crime, de doek en mijn lach doen wonderen.

water leeft

in een oneindige kringloop

een druppel valt

mengt zich in een stroom

verdampt, stijgt op

verzwaard met geheugen

valt opnieuw

vermengt met herinneringen

weet! vast en oneindig

donderdag 29 augustus 2024

Absurd tweeëneenhalf

 

‘De weg loopt vast af. Het trappen gaat zo soepel, terwijl we wind tegen hebben.’

Met z’n tweeën fietsen wij over het asfalt langs de kust. Een bord wijst ons de weg naar het stadje verderop. Nu wordt het lastiger. Ik ben gewaarschuwd. In mijn hoofd is ingeprent hoe wij rijden moeten. Links-rechts-rechts-links-links, enzovoort. Met de bocht mee, de bocht negeren. Helaas, het gaat verkeerd. Met vertraging en toch in een goede bui komen wij bij de eierenboer aan.

‘Kijk nou. We hebben mazzel. Twee eieren voor de prijs van een.’

Vriendelijk doe ik mijn bestelling.

‘Geef mij er maar twintig, da’s dan toch een tien euro?’
‘De korting geld alleen per twee eieren.’

Na veel gesteggel komen wij erachter dat wij voor twintig eieren tien keer bij de boer aan moeten kloppen. No way.

‘Geef er dan maar twee’.

Met pijn en moeite betaal ik twee euro. Een teveel. Ik heb niet kleiner. De boer heeft geen wisselgeld.

Voor ik ontplof de stad uit zien te komen. Hoe liep de route ook al weer? 

zaterdag 24 augustus 2024

Absurd

Ooit had ik een huisvlieg als vriend. Kon ook een vriendin zijn geweest hoor. Ik praatte vaak met hem. Nooit sprak hij terug. Hij zoemde alleen maar. Op een dag sprak hij opeens wel. Toevallig had ik net mijn recorder aanstaan. Ik luisterde terug. Het bleek onverstaanbaar wat hij zei, maar het waren overduidelijk woorden. Ik legde mijn probleem voor aan een bevriende wetenschapper. Hij kwam er niet uit. Als goede vriend leerde ik de vlieg verstaanbaar spreken. Later nam ik hem mee voor een klein wandelingetje. In een winkel vroeg hij aan een medewerkster waar hij de thee kon vinden. Met vriendelijke blik legde zij het mij uit. Ik zoemde als dank. 

donderdag 22 augustus 2024

Beeldentuin - in 55 woorden

In een entree worden wij ontvangen. Een aggregaat draait overuren. Toiletverstopping. Het mensenbeeld hangt aan onzichtbare draden in de forse eik. De kin steekt als een centenbakje vooruit. Na onze lunch en een klein boertje van tevredenheid maken we nog een rondje. Bij twee ‘hoornen des overvloeds’, stoppen we. Kijken over de omgeving. Genoeg. Huiswaarts.




zondag 4 augustus 2024

Gedicht van de week OOGO

 Vragen


Nacht. Dwalen door de stad. Bestemming ongewis. Wat ik zie en droom vouwt zich ineen. De sterren een vraag, bestaan zij nog …  Een mengelmoes van waar en niet-waar. Inzicht en vertwijfeling. Hoe waar is waar … In mijn herinnering een lied. Zoek jezelf broeder. Wees alleen jezelf. Wie ben ik … Vele karaktervariaties, vele meningen. Waar vandaan …  De luchtballon waarin je leeft is misschien wel gevuld met optimisme. Kan lekken. Dag. Bestemming thuis. Droomloos kijk ik om mij heen. Sterren zijn gedoofd. Bestaan zij nog … Wat blijft is waar en niet-waar. Hoop en wanhoop. Hoe echt is waar, hoe echt ben ik …


Deze poëzie staat gepubliceerd op: gedicht van de week (email-provider.eu)


maandag 29 juli 2024

Wat is in een naam

Rare jongens die Romeinen, hoor ik Obelix in mijn gedachten zeggen. Ik denk min of meer hetzelfde als ik de namen van enkele insectensoorten voorbij zie komen. Wat te denken van bochelcicaden of, snuitkevers. Rare jongens die naamgevers.

Ooit, er was een naamsverandering actief, maakte ik een geintje. Op een speciale website schreef ik oranje- i.p.v. roodborst. Van alle kanten commentaar natuurlijk. Ik stelde dat het vogeltje immers een oranje borstje had. Bovendien kwam het uit wetenschappelijke richting en… was het 1 April.

Kan het nog gekker? Wat dacht je van de klitboorkever. Met een borreltje op in balorig gezelschap kan je je daar van alles schunnigs bij voorstellen. Of verzin er zelf een. In een broeierige zomer bijvoorbeeld kun je de klikolarf vast tegenkomen. 

dinsdag 2 juli 2024

Vlaanderen, o zo mooi

De bergen van Gerard, waar het plaatsje vast naar vernoemd is, liggen er rondom heen. Ook in het stadje zelf is het nauwelijks vlak. Via de Veste sta ik aan de voet van De Muur. Ooit was ik hem opgewandeld, later gefietst. Vandaag loop ik over de kasseien naar boven, waar een klein kapelletje staat. Ik geniet van het uitzicht over de omgeving. Hier ligt wielergeschiedenis die mij veel doet.


 

Weer beneden na een biertje zonder alcohol, anders sla ik lallend op hol, zoeken José en ik de auto op. Op weg naar onze vakantiebestemming in Lessines. Een klein gehuchtje op de grens van Vlaanderen en Wallonië. Na een vriendelijke ontvangst maken wij een rondgang door het huisje. Voor mij een Walhalla. In alle vertrekken hangen foto’s van wielrenners aan de muur. Niet de minste. Ook zijn er boeken te vinden. Glorie van niet te vergeten pedaalridders. Maar ook voor de artistieke gasten is er lees- en kijkvoer. Prachtige fotoboeken waar het expressi(e)- en impressionisme de gasten aangename uurtjes bieden.



Het weer is op die dagen dat wij er te gast zijn prima om per fiets de heuvels aan te vallen. Op te zware stukken stappen wij gewoon af. Hier komen de fiets en ik weer samen. Heuvelafwaarts verlies ik mijn schroom en win mijn zelfvertrouwen, als een raket los ik mijn achtervolgers en verlies zelfs mijn petje. Wat nou val-angst. Dalen met mijn karretje!

En mocht ons iets gebeuren, dan is daar het voormalig nonnenklooster , L’Hopital Notre-Dame a la Rose, waar genoeg kennis opgeslagen ligt en de pestepidemie ooit is verslagen. Daarbij een ommuurde tuin met een veelheid aan geneeskrachtige kruiden.



Op de rand van Geraardsbergen vinden wij een heus Vlaams eetcafé. Binnen is er een geweldige sfeer, bediening en prima eten. Hoe kan je een vakantie mooier afsluiten.        

maandag 24 juni 2024

Wat is in een naam

Waar een ander aan voorbijloopt, sta ik zo nu en dan stil. Waar komt de naam Appelscha vandaan? De naam deel ik op. Appel-scha. Appel-schade. Mmm, dat zou meer op van in de Betuwe van toepassing kunnen zijn en daar ben ik niet op vakantie. In het Fries ligt de oorsprong deels vast in sche. Dus Appelsche. Maar die appels dan … Denken, speuren, combineren. En dan ineens, Apollo. De god van orde, regelmaat en verzen. Bovendien van de jacht en waar doe je dat? Juist in en rond het bos. Apollobos, dat moet het zijn. En daar ligt het plaatsje, in het Drents Friese Woud!

José en ik zijn daar op vakantie in een oud schoolgebouw. De entreehal ligt langs de schoollokalen. Die zijn minimaal verbouwd met tussenwanden, zodat er een appartement in een haast oorspronkelijke staat is ontstaan. Schoolattributen uit die tijd zoals het Aap-Noot-Mies en landkaarten sieren de wanden. Achter in de tuin ligt een prieel, een cirkelvormige yogaruimte in het gras en een vijver. Als ik daar lezend doorheen kuier, snuffelt de kat of de hond zo af en toe aan mij nog niet door de zon gebruinde benen.

Rondom ons verblijf liggen de bossen die zelfs Apollo in trance brengt. Ik ben hem in ieder geval niet tegen gekomen. Omdat ik daar eerder ben geweest, herken ik het een en ander. Zoals die dag op de fiets. Wij rijden naar het Fochteloërveen. Wat een naam. Waar komt die vandaan? Nou, laat maar gaan hoor. ’tis goe zo’. In een vogelkijkhut zien wij boerenzwaluwen die tegen de dakspanten hun nest hebben gebouwd en de honger van hun jongen stillen.

Om het verhaal compleet te maken brengen wij een bezoek aan Frank en zijn lief. Zij wonen niet apart-samen, maar samen-apart in een verbouwde boerderij. Net als ik houdt hij van literatuur en kunst. Ooit gaf ik op- en aanmerkingen bij het schrijven van zijn boek In een Dubbele Spiegel. Zo’n kort en intens bezoek is eigenlijk een prima afsluiting van onze vakantie. Nou vooruit nog een lekker hapje in Appelscha.

    

vrijdag 14 juni 2024

Proëzie

Ik dacht, weet niets te schrijven. Punt.
Met mededeling als kopje.

Maar … die wil hè.




 

hij rook koffie
vouwde handen
om haar middel

maakten samen
een dans op de 
dag, het leven

je dans en reuk
werken prima -
niet alleen mijn neus

brood en de krant
liet hij onaangeraakt
is er iets?

ja, jij maakt mij gelukkig

    

donderdag 23 mei 2024

Namen en Gedachten

Langs de overzijde van het Haringvliet liggen de Beninger Slikken. Ook wel de Spuimonding West, of de Beninger Waard genoemd. Wat ligt er verborgen in een naam. Op een bankje tuur ik over het gebied, op zoek naar een leuk vogeltje. Het lijkt hoogwater. Dit komt door de langdurige regenval en het gegeven dat hier het water dat overtollig is opgevangen wordt.

In het riet voor mij zingt een vogel uit volle borst, die trilt en opbolt. Volkomen logisch dat deze vogel een rietzanger is genoemd. Na een tijdje breek ik op. De poten van het statief schuif ik in. De rugzak hangt om de schouders. Eerder kon je het reservaat rondlopen, een defecte pont verhindert dit nu.

Op een smalle dijk, zeer ongelijk door graspollen en het uitgesleten pad, probeer ik op de been te blijven. Voorheen keek ik vooruit, plaatste het parcours op mijn harde schijf en liep vanzelfsprekend mijn weg. Nu is het constant vooruitkijken en opletten. Een laag rrrrr-rrrr, bevrijdt mij uit een benarde situatie.

  


Ooit zag ik in de Amsterdamse Waterleidingduinen een sprinkhaanrietzanger in volle glorie zijn vocale kunsten vertonen. Deze vogel lijkt er op. Ook zijn zang. Toch, de toonaard is lager. Het lijkt meer op een gesnor. Aha dacht men, laten wij dit vogeltje de snor noemen. Namen, waar komen zij vandaan?

Het eentonige gesnor wordt ik langzaam zat. Ook al is het bijzonder om dit vogeltje te zien en horen, kan ook hij mij irriteren. Ik ken iemand die heeft dat met narcissen in het voorjaar. Als die dit leest, zal er vast een glimlach verschijnen.

Op de terugweg, het loopt tegen het middaguur, verstomt het vogelgezang. Pauze. Een blauwe kiekendief vrouw zweeft op de grens van water en land voorbij. Zij is te herkennen aan onder andere de witte stuit, de basis waar de staart ontspringt. 

Misschien hadden zij de vogel ook witstuitkiekendief kunnen noemen..
En waar zou toch de naam slechtvalk vandaan komen, vraag ik mij af. Waarschijnlijk van het slechten, het neerhalen, van de prooi. En zo schieten er allerlei gedachten door mijn hoofd. Bedachtzaam strijk ik met mijn hand over baard- en snorstoppels. Scheren of (deels) laten staan. Misschien wordt ik dan wel een baardmannetje of snorreman genoemd.

Ach ja, wat is in een naam. Zou ik, of mijn verre verre voorouders echt uit Kampen komen? 

vrijdag 3 mei 2024

Betovering

verzadigd door regenwater
grijsgrauw, modderprut
als na een overstroming

zonlicht weerkaatst gedempt
verkoelt koud het innerlijk

ergens schijnt de zon
betovert straks ook hier
het landschap en … meer

  

donderdag 25 april 2024

That's the question

Wat is de vraag? Links- of rechtsom. Met de wijzers van de klok mee, of dwars ertegenin. Mijn besluit is om met de vaart der volken mee te lopen. Kalm aan, als een soort warming-up, gaat het richting bruggetje. Dat  gepasseerd rechtsaf. Direct blaast de wind haast mijn petje van het hoofd. Bij de polder linksaf. Op naar de volgende brug. De wind in de rug. Daar rechtsaf om te worstelen met een fikse zijwind.

Onderweg is de bewoner op het erf van zijn huis aan het werk. Ik maak een praatje met hem. We delen dezelfde hobby. Wielrennen. Straks zal hij op zijn fietsie stappen en zijn rondje rijden. Soms doet hij dat twee keer op een dag. Dat rondje(s) rijden doe ik niet meer. Hem misgun ik het niet.

Verderop passeer ik drie boerderijen. Waarvan één eigenaar een originele boer is, één een hobbyboer en de ander een gemengd bedrijf runt. Weet je wat, … Ik doe als schrijver van dit stukje net of ik van de andere kant kom. Tegendraads dus.

Bijna zwiept een stevige bries de pet van het hoofd. Rechts ligt een verbouwde boerderij waarvan de eigenaar Shetlanders houdt. Ik denk als hobby. Naar mijn idee is het een tandarts met pensioen. Links runnen de boer en boerin naast een veehouderij een verkooppunt van allerhande streekproducten. Het meest groenten en fruit.

Als ik de bebouwing gepasseerd ben, komt een wielrenner mij tegemoet. Wij groeten elkaar. Ik ken hem. Hij woont verderop. Heeft een vrijstaand huis en houdt het erf daarvan tiptop in orde als hij niet op zijn tweewieler bivakkeert. Soms maak ik een praatje met hem. Vandaag dus niet.

En zo maak ik mijn rondjes. De vraag ia alleen: Links- of rechtsom.

  

   


   

woensdag 17 april 2024

A la Epictetus - een stoïcijn


sta eens stil bij wat je lief is
zie de waarde daarvan in

mocht het ooit uiteen waaien
ga dan niet staan jammeren 

het was maar lucht
meer niet

woensdag 3 april 2024

Poëzie

Leuk vind ik het om goede teksten te lezen en daar iets mee te doen. Bijvoorbeeld om te zetten in haikuvorm. Let wel: de vorm, ze zijn het niet. De kunst is dan ook om het min of meer onherkenbaar, met het oog op het origineel, voor de schrijver en lezer te maken. Anders is het plagiaat en wie wil dat.

  

bijna struikelt hij
een houten balk, of zoiets
zo lijkt het immers

als hout voelt het niet
bij wegleggen was ’t nat, glad
te rond voor zo iets

het voelt ook vies aan
bijschijnen lukt niet genoeg
het lampje te zwak

hij en ik benieuwd
willen weten wat het is
de lezer vast ook

          😉

 

achteloos leunen zij
tegen deurposten, alleen
of soms bij elkaar

zeggen amore
en dat ze van mij houden
willen dat ik kom

willen mij strelen
de geur van de namiddag
op hoge benen

witte tanden in
het warme vlees van mannen
wie wil, wie kijkt om

            #

 

traag loop ik naar zee
een vliegtuig schept zout water
bosbranden, waarzo

mensen lezen ’t weer
aan de zwaluw ’s vlucht, bij hoog
zindert de zomer

maakt spontaan warm vuur
‘t vliegtuig is betrouwbaarder
hevige hitte

  

 



 

maandag 25 maart 2024

Lekker Kronkels lezen

Boeken en films ‘moeten’ voor mij diepgang hebben, al mogen zij best ontspannend zijn natuurlijk. Ik lees op het ogenblik Nirwana van Wieringa, waarin de schrijver zelf een hoofdpersoon is. Knap gevonden. Zoiets tovert een glimlach op mijn gezicht. Veel wat de mens bezighoudt komt aan bod. Op de achtergrond ‘bestudeer‘ ik dan de betekenis daarvan. Dat pas ik op mijzelf en anderen toe, evenals wat ik elders gelezen heb. Het is in dat geval oppassen het niet te veel met mijzelf in verband te brengen.

Wat mij daarbij helpt is: Kronkels van Carmiggelt lezen. Plezierige, ontspannende, en humoristische schetsjes uit het leven van doorsnee mensen in korte verhaaltjes.
Bijvoorbeeld: In de tram leest een reiziger een kronkel en schatert het hardop uit want:

Een moedeloze kroegloper zit droevig achter zijn zoveelste glas, op de zoveelste vroege morgen, in een schemerig café. Al de problemen uit zijn leven komen in woorden en gedachten aan bod.

De lezer herkent zich er gelukkig niet in. Ze zijn zo dolkomisch, dat hij hardop in de lach schiet. So do I. Kronkels lezen, laten juist het gedraai in mijn gedachten verdwijnen.

Pageturners houd ik nooit lang vol. Al kunnen daar ook toppertjes bijzitten.
Misschien moet ik dat ook wel met Nirwana doen. Gewoon doorlezen als ontspanning. Maar ik weet: Door inspanning tot ontspanning. Zegt u het maar.

Nirwana, wat geeft gemoedsrust? 

maandag 18 maart 2024

Tino van Kampen, vertelt over Kwikkerdekwik

Zie je zijn staart op en neer gaan, dat noemden ze ooit kwikken. Daar komt de naam van de vogel vandaan: kwikstaart. En omdat hij overwegend wit is heet hij witte kwikstaart’. 

De late winterdag is aangenaam. Langzaam probeert het voorjaar de kou opzij te drukken. De vogelaar is met een jonge beginner op pad. Wie weet blijft er wat ‘hangen’ en wordt het estafette stokje doorgegeven. 

‘Er is toch ook een gele kwikstaart?’ ‘Ja, over een paar weken komt die binnen. Hij is dan veel te vinden in het boerenland, weilanden en akkers. Kenmerkend is zijn blauwachtige kop en natuurlijk zijn gele kleur.’ 

Ontspannen banjeren de twee door het bosperceel. Vinken vliegen over het pad heen en weer, scharrelen in nog niet door de grond opgezogen regenwater en kijken zo nu en dan op of de kust nog veilig is. In oude elzenkatjes zoeken sijsjes naar insecten. Hoog vanuit de top van een boom rolt onmiskenbaar een zanglijster zijn vocale kunsten over de bühne. Het vogeltheater in volle glorie.

Plots klinkt een hoog ‘gekekker’ vanuit een populierenperceel. ‘Wat is dat’ vraagt de jongen. ‘Probeer hem maar te vinden’. Een schicht vliegt tussen de bomen door. Zo is hij niet op naam te brengen. Ineens is er een geluid te horen wat er op lijkt. ‘Is dit hem?’ Nee, dat is volgens mij een groene specht’. ‘Al klonk hij wel wat schor’. 

foto: Peter Ganzeboom

Op het pad waarop de twee hun weg zoeken, beweegt een geelachtige vogel met een forse staart tussen de plassen door. De staart hipt. ‘Dat moet dan een gele kwikstaart zijn, al is hij wel wat groot’. ‘Bijna goed’. ‘Je ziet het goed, alleen de naam klopt niet’. ‘Dit is de grote gele kwikstaart. Best wel schaars. Je ziet ze niet zoveel. Alleen rond deze tijd.’

Weken later, de twee zijn weer op pad, buitelen kieviten door de lucht. Het eerste ei is al gevonden. Een vreemde gewoonte van de mens. Laat die beestjes toch met rust. Tluu – tlululu, is er opeens te horen. Een bruingrijze weidevogel ijlt door de lucht, landt en pas dan zijn de knaloranje poten goed te zien. De tureluur. ‘Dan zal de grutto ons ook vast een bezoek brengen’. En ja hoor ook hij laat van zich horen.

Eigenlijk best bijzonder. De wintergasten, o.a. de smient, grazen nog van het wintergras terwijl de voorjaarsvogels al actief zijn. Door de jaren heen is ook de vogelwereld aan verandering onderhevig: klimaatverandering. De vraag is, of dit alleen maar een natuurlijk proces is, of dat de mens daar toe bijdraagt. En is dat laatste normaal, evolutie, of … Geniet van de vogeltjes!

uit de krant Groot Goeree Overflakkee



woensdag 13 maart 2024

Aha

Hand in hand lopen de twee door de dierentuin. Bij een kooi stoppen zij. ‘Kijk nou. Zie je die aap? Het lijkt wel of hij depri is’. Telkens kijkt de aap omhoog, waar boven in zijn met tralies versierde hok een tros bananen hangt. In plaats van die op allerlei manieren proberen te pakken, staart hij naar de bananen en een aantal kisten in een hoek van hetzelfde vertrek. Dan ineens weet hij het. De kisten zet hij op elkaar, klimt erop, pakt de bananen.

‘Het lijkt je broer wel’. ‘Me broer?’ ‘Ja, die zat in de tuin, keek naar vallende appels en riep: Eureka. Het is de zwaartekracht die de appels laat vallen en aantrekt. Nu hoef ik niet meer op die ladder te klimmen’.

‘Aantrekkingskracht. Jij hebt dat ook. Daarom …’ Hij pakt haar hand, geeft een knuffel en dikke kus. ‘Gekkerd’, zegt ze en trekt hem zachtjes tegen zich aan. 

maandag 4 maart 2024

Als je maar kikt

As je maar kikt.
As je maar kikt.
't is Willem die 't hem flikt.

Wie kent het liedje (nog) uit de Fabeltjeskrant. Gezongen door Ed en Willem Bever.
Als Vogelaar zag ik 'weinig' vanochtend, maar als natuurliefhebber ...


Een ander liedje zong door mijn hoofd: I can get no satisfaction.
Nou ik wel hoor en dacht ook aan een popartfoto.



O ja, ook zag ik nog een paartje roodborsttapuit. Mooi toch?

vrijdag 16 februari 2024

Drijfsijsjes

 

Bij een T-splitsing wacht ik op mijn vriend De Stadsvogelaar. Een cettiszanger galmt zijn lied vanuit het riet. Ganzen en wulpen doorkruisen het luchtruim. Voel ik daar niet wat nattigheid? Zachtjes tikt iets op mijn jas. Op het water tonen zich kleine kringetjes. Het miezert. Mijn stemming zakt. Ik heb genoeg tijd van mijn leven in de nattigheid doorgebracht, gaf er vaak weinig om, maar nu heb er geen zin in.

Wij besluiten om naar het stadspark te gaan, dat doet mijn maatjes naam eer aan. Mijn twijfelend humeur stijgt weer. Terplekke vliegt een grote groep koperwieken over de boomkruinen, om in enkele daarvan neer te strijken. Wij stappen af, leggen onze fietsen aan de ketting en kuieren het park in.

Tussen takken bekleed met elzenproppen scharrelen een aantal putters rond en wat kleiner gespuis. Zij zijn moeilijk op naam te brengen. Het licht is te diffuus. ‘Laten we een stukje doorlopen en terugkijken’. Het helpt. Sijsjes! ‘Die met hun donkere kopje zijn de mannetjes’. ‘Misschien zit er ook een barmsijs tussen. Die heeft een rode kruinvlek. Net boven zijn snavel’.

Zo hobbelen wij samen tussen de nog winterkale bomen door. Halen herinneringen op van onze avonturen. Maken grapjes. En genieten vooral van de hobby die wij samen delen: vogelen.

Een tweetal buizerds zweeft ‘mauwend’ rondjes. Voor een baltsvlucht is het nog te vroeg, daarvoor maken zij duikvluchten. Alsof zij zich laten vallen en ineens weer opvliegen. Ik hoor een havik roepen. ‘Is dat er niet een?’ We overleggen. ‘Mmm, misschien een sperwervrouwtje, die is min of meer even groot als een havik mannetje’. ‘Ik zie ook geen witte heupvlek.’ Dit maakt het vogelen zo leuk. Het determineren en het genot van al het moois.

Op een plek waar hij ooit zijn eerste boomvalk had gezien, houden wij pauze en drinken wat warms. Over een pad, waarop door storm en onweer omgevallen bomen liggen, gaan wij verder. Op een plas dobbert wat ondefinieerbaar gevleugelte. Wij maken er drijfsijsjes van. ‘Een nieuwe soort.’

Zo kruipen de uurtjes langzaam voort. Een zanglijster zingt hoog in een boomtop. Soms is het een kunst om hem in beeld te vangen. Maar als je hem eenmaal hebt, is het puur genieten. Kenmerkend zijn de zwarte vlekjes op zijn borst in de vorm van een pijl.

Bij het naar huisgaan. Komt een toetje in onze gedachten. Wij schrijven allebei graag. Wij hebben allebei een blog en ik een stukje voor de krant. Veel leesplezier beste lezer en misschien ook wel vogelliefhebber. 


       

 Sijs man - foto Peter (De Stadsvogelaar) Ganzeboom