In
vrijheid buiten zijn, dat vind ik een van de fijnste waarden. Buiten kom ik
cognitief en fysiek vaak tot rust. Wat mij bezig houdt komt zonder dwang aan de
oppervlakte en vindt zijn weg tot inzicht. Ooit schreef ik een scriptie over
Freinet, een onderwijzer die naar buiten trok met zijn leerlingen. Simone Weil
was daar ook een voorstandster van – lekker buiten op een grasveld filosoferen.
Onder een hoge cederboom bijvoorbeeld.
Liberalisme
is een goed punt, want: vrijheid, gelijkheid van het individu. Neoliberalisme
vind ik wat minder omdat: imperialisme, kapitalisme vaak ongelijkheid geeft. Hard
werken, weinig loon. In wie zijn voordeel …
Weil
sprak van een uitbuiting die armoede, ziekte en overspannenheid veroorzaakt.
Zijn dat niet de factoren die zich ook nu afspelen? Door de competitieve drang
vervreemd de mens niet alleen van zichzelf, maar ook van de ander. De mens is
geen egoïstisch-, maar sociaal wezen, die juist naar verbondenheid met de ander
streeft.
Opvoeding,
sociale waarden en normen en onderwijs zijn belangrijke factoren in de vorming
van een (jong) mens. Is het willen leren (nadenken) uit vrije wil en
nieuwsgierig raken niet waardevoller dan prestatie en competitiedwang. Daarom:
In
vrijheid buiten zijn. Het geeft lucht aan het denken en het vergroot de
aandacht. Daarnaast is het goed om met anderen te discussiëren over het
kersverse bedachte. Aandacht (voor het Andere en mijzelf- Tino) is volgens van
Weil de meest zeldzame en pure vorm van gulheid. Wachten, rust en nadenken is
de basis voor vernieuwing.
Zo
wachtte ik buiten op wat komen ging. Door de rust werd ik spontaan verrast door
de zang van een cetti’s zanger. Later zag ik hem tussen het wilgenhout, terwijl
een tjiftjaf hem passeerde. Ongedwongen en nieuwsgierig las ik over Simone Weil
en schreef ik dit stukje.
Buiten zijn inspireert!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten