Voorzichtig en stram stap ik in
de kano, terwijl Micha hem in balans houdt. Als ook hij in zijn stoeltje zit,
zetten wij ons af met de peddels en glijden over het water van de Eerste Aanleg,
één van de vele waterlopen aan de rand van Scheendijk. Gepokt en gemazzeld door
het vele kanovaren is het manoeuvreren met een kano voor ons geen probleem meer,
zodat wij ontspannen onze tocht beginnen. De temperatuur is aangenaam en er
staat maar weinig wind. De juiste route bepalen tussen de vele eilandjes is
lastig, zelfs de geplastificeerde plattegrond draagt niet bij aan enig
navigatiegemak. Uiteindelijk bereiken wij een markant punt dat herkenbaar is op
de kaart. Een vaarknooppuntbordje wijst ons verder de weg. Tegen het middaguur
is toeristisch Nederland ontwaakt. Vele fluisterboten, sloepen en kleine
jachten varen langs ons heen. De boeggolven brengen de kano dusdanig in
disbalans, dat wij vrezen voor wateroverlast of erger. Een remedie is om de punt
van de kano schuin in een schuimende golf te steken. Voor korte tijd lijkt de
watergang dan op een achtbaan, maar wij blijven tenminste droog. Vlak voordat
wij de Loosdrechte Plassen opvaren, leggen wij aan tegen een kade waar
berenklauw en brandnetel welig tieren. Deze kade lijkt de enige waar het kan en
mag, want haast alle stukjes land zijn privé bezit. Na een sanitaire stop eten
wij onze boterhammetjes in de kano op. Een Duitse toerist vaart ons in zijn
sportkano voorbij. Voorin, goed ingepakt in een zwemvest, zit zijn kleine
meisje. Wij groeten elkaar. Over de Drecht varen wij naar Nieuwerhoek.
Ons idee is om over de Vecht
terug te varen. Daar worden wij verrast, een sluis verspert ons de weg. Deze
hindernis overwinnen is een spannende uitdaging. Met de kano liggen wij tussen
vaartuigen die vele malen groter zijn dan de onze. Handig sturen wij de boot op
commando van de sluiswachter tot pal voor de sluisdeuren. Het is nu afwachten
of de schippers dusdanig capabel zijn, zodat zij niet, al is het zachtjes,
tegen ons aanvaren. Het gaat prima. Ware het niet dat er een, niet door mij
opgemerkte, boot achter ons ligt. De boeg hangt over onze kano en als ik even
overeind kom om mijn rug te strekken stoot ik hard mijn hoofd. Als het water in
de sluis op hoogte is, gaan de deuren open. Aan de Vechtzijde is de kade
bevolkt met dagjesmensen die genieten van de boten die langs varen. Wij hebben
veel bekijks. Het gebeurt blijkbaar niet dagelijks dat er een kano door de
sluis vaart.
De tocht over de Vecht maakt met
zijn oevers waarop grote landhuizen staan, indruk op ons. De vele hortensia’s
die de landgoederen sieren, staan in hun laatste bloeifase. Een mooi stukje
Nederland. Verderop bij Scheendijk ligt een kleine sluis om terug te varen naar
ons beginpunt. Er liggen al enkele boten te wachten. Het wachten zou uren
kunnen duren als een voorbijganger er niet op had gewezen dat de sluis door de
bootsman of vrouw zelf bediend moet worden. Kordaat wagen enkelen een poging.
Er ontstaat gesteggel over hoe de sluis te bedienen. Omdat wij het wachten beu
zijn, slepen wij de kano aan de kant en tillen hem de weg over; een fluitje van
een cent. Nu is het zoeken naar de Eerste Aanleg wat niet meevalt, de vele
watergangen lijken op elkaar. Maar dan, eindelijk na vijf uur kanovaren leggen
wij aan. Nog strammer dan ik instapte, kruip ik op de houten vlonder. Micha
heeft de kano keurig in balans gehouden. De tocht zit erop. Op de weg terug
naar huis maken wij plannen voor een volgende kanotocht. Ik kijk er al naar
uit.
leuk geschreven Tino.
BeantwoordenVerwijderenUit ervaring kan ik zeggen dat het spannend blijft zo'n sluis invaren. Het water geeft weer een heel andere kijk op de wereld:-)
BeantwoordenVerwijderen(ik heb een beetje zeilen geleerd afgelopen vakantie, dat is weer wat anders:-)
Mooi verhaal Tino.
Aha, ik was laatst in Willemstad en zag op een groot bord in de haven een aanbod voor een zeilcursus.
BeantwoordenVerwijderenHet lijkt mij idd heel leuk om te leren.
Op een piepklein jachtje dan.
Wie weet, wie weet....