zondag 3 november 2024

Reflectie

Twaalf uur. Tijd voor de middagpauze. Boterhammen vinden hun weg van tas naar hand. Die kan hij onderweg naar het museum mooi oppeuzelen. Daar blijven dan tien minuten over om naar ‘t schilderij Het Puttertje kijken. Dan weer hop naar kantoor, met misschien een laatste boterham.

Hij is een denker.

Stel dat ik een schrijver ben, dan uit ik mijn gedachten en gevoelens op schrift. Dat brengt mij in een stemming van geluk. Zoals bij een ander, die schildert, beeldhouwt, of musiceert. Dat wat geschreven is kan ik wissen, bewaren, of delen. Wie weet zijn er geïnteresseerde lezers. Het is dan fijn om van hen een reactie te krijgen. De ander is dan een middel tot een grotere voldoening.

Een ander kan je ook negatief ‘raken’. Ofwel: Kun je alles ‘zeggen’ wat je denkt?
Gelukkig kunnen wij mensen daarover nadenken. Het is immers een moreel ethisch aspect.

Oei, het lijkt wel of de tijd is vergeten. Het kantoor wacht. Onderweg, nog steeds stromen gedachten door het hoofd, glijdt hij bijna uit over hondendrek. Zou het van die grote zijn die net blaffend tegen hem opsprong? Die lastige honden. ’t moest verboden worden. Hupsakee daar komen de volgende gedachten.

Hoe kan ik als subject een objectief oordeel geven? Dat kan alleen als ik ‘buiten’ mijzelf ga staan en ik de ander ben. De ander is object(ief). Objectiviteit ligt dus buiten het subject.

Pff, wat een gedachten weer. Hij neemt nog een boterham die om te smullen is. Gedachten konden zij af en toe maar op een wolkje gezet worden en voorbij drijven, of …😊

 

  


  

vrijdag 1 november 2024

Wat is in gedachten

 

Met z’n tweeën zitten zij daar. De een danst met vingers over de toetsen zwart en wit. De ander beweegt het penseel ritmisch op het samenspel van de melodie met zijn gedachten.

‘Wat een mooie compositie, zomaar uit het hoofd. Hoe doe jij dat nou?’
‘Je zegt het goed. Het ligt daar al. Kant en klaar. In mijn hoofd.’
‘Het is een herschepping van mijn gedachten.’

‘Grappig. Ik bedenk mij nu, dat ik precies hetzelfde doe. Ik verbeeld mij dat ik de oorspronkelijke muzikale expressie, dat wat in jouw hoofd bestond, herschep en beleef, eigenlijk vallen de muzikant en de luisteraar dan samen.’

‘Ja, maar de vraag blijft, wat was het beeldende muziekstuk nu werkelijk?’

Om de spanning iets af te vlakken, speelt de pianist een blues, die zwaar begon, maar lichter wordt en eindigt met een vrolijke noot. Zomaar uit het hoofd. Lag het daar al klaar, of? Het ware kunstwerk drukt emoties uit. Neem dit gedicht.

Wichelroede dichter

Het gedicht is er al.
        Het wacht op mij.
        Het zoeken dat moet ik.

Met mijn gave,
een soort van wichelroede.

Soms vind ik er een.
Dit?

‘Een kunstenaar, muzikant, of dichter neemt eigenlijk het initiatief om uit te drukken wat hij voelt bij het herscheppen van wat in het hoofd al bestaat.’

‘Nou, best wel pittige kost hoor. Speel nog eens wat vrolijks, dan schilder ik nog wat. Als wij dan oordelen over wat wij hebben gemaakt, wil ik dat smaak noemen.’

dinsdag 29 oktober 2024

Rendez- Vous

Poëzie lag onaangeroerd,
ongeschreven of gezegd
te wachten in het hoofd.

Wie durft er op te schrijven
of voor te dragen, hier op
het hellend vlak vol kritisch
kenners publiek? Ik!

Op moment suprême breekt
zweet mij uit, hees verspreek
ik mij, knik door de knieën
herpak mij, neem een hand
vol adem, draag voor wat ik weet.

Was het gedicht nog maar
ongeschonden, zodat alles klopt
en mijn schrijven en spreken
ons niet laat verdwalen van wat
smetteloos bestond.

 

 

















 

donderdag 24 oktober 2024

Gedachtenstroom - Schrijverdsdroom

Vanachter het toetsenbord staar ik naar buiten. De mist die was verwacht, is er niet. Plots verlicht de entree van het huis. Het buurmeisje is de schuldige. Zij heeft de bewegingsmelder van de lamp in gang gezet. Rustig tik ik verder op het toetsenbord.

Ooit las ik het anderhalf vuistdikke filosofische boek Sferen van Peter Sloterdijk. Erudiet taalgebruik in abstracte begrippen. Uiteindelijk kreeg ik dat wat bedacht en opgeschreven was onder de knie en de tekst mij. Toen het boek uit was, liet ik het bezinken, las het later nog eens, althans probeerde het. Hoe heb ik dit kunnen begrijpen. Ik snap er niets meer van. Volgens mij is de filosoof meer een fantasoof.

Filosoferen is voortborduren op wat eerder bedacht is. Zelden is er iets nieuws. Is dat wel het geval, dan wordt dat samengevoegd met wat eerder bedacht was. Omdat ik met taal bezig ben, een leuke hobby, koppel ik wat ik las samen met wat ik denk in proza of poëzie.

 

niets 'is'
         alles verschilt voortdurend
         telkens communiceren krachten, ook in de mens

         we leven in een chaosmos
         waarin een stroom van kosmische krachten

Chaosmos. Grappige woordvondst, niet?
Een vriend van mij die ook van dergelijke vondsten houdt, dacht: kosmos, kosmonaut en vond: psychonaut. Het kan ook zo zijn dat je filosoferen ziet als psychologiseren bij vage of abstracte teksten. Is dat erg? Niet als je er plezier in hebt en doorhebt wat er gaande is.

Nu ik denk en schrijf, verdwijnt ook de nevel uit mijn hoofd. Voordat ik zo mijn schoenen aantrek en een flink stuk ga wandelen, althans dat is mijn idee, toch nog even dit:

       positieve kritiek
       geeft creatie - subjectieve creatie in een objectieve wereld.

 De laatste twee zinnen vrij naar De Leuze. Een filosoof, of …

 

zaterdag 19 oktober 2024

Dialoog en Illusie

Het rotsblok waarop zij zitten, toont abstracte vormen, voortgebracht door het water dat er jarenlang langs stroomde en delen wegsleet. Zon en wind leken kunstzinnig, verweerden de steen, dat alles zoals bij een woestijnroos.

‘Stel je nu eens voor, dat er naast de wereld waarin wij leven, een wereld van zuivere ideeën bestaat. Is dan niet onze wereld een afspiegeling daarvan?’

‘Ik zie toch wat ik zie?’

‘Oké, maar ik zie wat anders en hij en zij ook. Het is toch een perspectief.’

‘Ja, maar een stoel is toch een stoel, of …‘

‘En hoe zit dat met een kunstenaar? Die spiegelt de afspiegeling na. Hoe zit dat?’

‘Een schilder, schildert een stoel na. Dat is juist. Maar …, zou die niet het zuivere idee direct na kunnen bootsen?’

Even worden de twee afgeleid. Een roodborst, nieuwsgierig en zonder angsten, laat zijn melancholische zang horen. Beiden houden zich even stil, totdat de een de vogel groet en een praatje met hem maakt. Met z’n drieën vullen ze de ochtend.

‘Met andere woorden, een zintuigelijke waarneming is verdacht, onzuiver. Het leidt af van de zuivere vorm.’

‘Goed, maar wat wil je hier nu mee?’

‘Niets. Of toch. Het is stof om over na te denken. Niet zomaar iets om langs heen te lopen’.

Thuis pakt een de pen. Schrijft wat diepe gedachten op. Illusies of …?

 

schildert hij wat hij ziet
of
ziet hij wat hij schildert

twee verschillende schilders
twee verschillende weergaves

ziet het ‘beeld’ eruit als het object
of het object als het beeld

#

hoe succesvoller de illusie
hoe groter de kans van

verwarring met realiteit 

dinsdag 15 oktober 2024

Nabootsing

Langzaam zoeken de vingers hun weg over de toetsen van de laptop. Wat een dag tevoren in steekwoorden op papier was gepend, vindt nu geen samenhang meer. Wat te doen? Vanmiddag dan maar, of doorzetten?

Wat ik nu schrijf, is een nabootsing van wat gebeurt, of gebeurd is. Niet dat het fictie is, maar het is onmogelijk om geheel de werkelijkheid op te schrijven. Hoe zit dat bijvoorbeeld met de pianist(e)?

Hij geeft met de ene hand het ritme weer, met de andere hand de melodielijn. Samen weerspiegelen zij de gevoelens. Niet alles kan juist weergegeven worden, niet alles door de luisteraar goed begrepen.

Een fotograaf neemt een foto van de werkelijkheid. Een deel van. Een dag later bij het zien van de foto, was dat de werkelijkheid, maar nu? Het kan nu dus fictie zijn, een herinnering aan een mogelijk verdwenen werkelijkheid. Alle ideeën bij het zien van de foto, is een nabootsing van een mogelijke werkelijkheid.

Gewoon gaan schrijven, met cafeïne, brengt de boel op gang. Moet je eens zien hoe vrolijk de vingers over de toetsen dansen. Het schrijven lekker afmaken en dan hup naar buiten. Goed dat ik heb doorgezet.

Nog even. Neem nu een kind. Laatst zag ik een filmpje waarop een ukkepuk met een kruiskopschroevendraaier zijn vader nadeed en de schroeven van een stoeltje probeerde vast te draaien. Nu dringt de vraag zich op -.

Een zintuiglijke waarneming is die waar? Je kijkt, maar zie je het juiste? Neem de zonsopkomst en denk aan Galileo Galilei😉

vrijdag 20 september 2024

De Ommuurde Tuin

 

De gedachten van de kleine jongen vormen zich in woorden. Vingers omklemmen een zoete puntpaprika waarin knaagsporen duidelijk zijn te zien. Hey, daar liggen wortels. Ik heb ze gisteren nog geraspt met mamma. En daar aardappels. Het is een lust voor oog en maag om de producten, die biologisch-dynamisch zijn geteeld in de schappen te zien liggen. Een vinger leg ik voor mijn lippen. Sssst gebaar ik naar zijn moeder. Een hand reist naar zijn nek, waar hij zacht strelende bewegingen maakt. Hij kijkt om, pakt zijn moeders been en verschuilt zich erachter. Opa! Verlegen maakt hij kennis met een nieuw moment op een zonnige morgen.

‘Kom, dan gaan wij naar de trampoline. Dan kun je lekker springen.’ Dat wil ik wel. Zo snel als de benen hem kunnen dragen dribbelt hij naar het toestel, probeert erop te klimmen. Het lukt niet. Sterke handen pakken hem vast, zetten hem op de rand. De schoenen worden uitgedaan. Als een acrobaat veert hij op en neer. Na wel duizend sprongen gaat hij moe op zijn buik liggen. Vlakbij opa. Die streelt zijn rug. ‘Keer.’, roept hij als hij is uitgerust. Mamma offert zich op. Opa bewondert al het moois in de tuin.

De volgende dag acteert pappa op het toneel. Opa leest voor uit Dikkie Dik. ‘Miauw’. Pappa klust aan de nieuwe keuken. ‘Wil je naar buiten?’ ‘Jaaa!’ Na een ronde door het dorp, staan we stil op een plein. Grote vliegtuigen uit de jaren veertig, vijftig cirkelen over het dorp. Airborn! Een herdenking – tweede wereldoorlog. Het knulletje kijkt zijn ogen uit. Net zoals bij de klep van de vrachtauto die bloemen bij de supermarkt heeft gebracht. En opa? Die heeft het meer dan naar zijn zin en denkt: Straks ga ik maar eens op mijn buik liggen. Wie weet zoeken kinderhanden de weg op mijn rug.