woensdag 12 oktober 2016

Reisverslag Vlaanderen en Normandie



Proloog


In Vlaanderen is het altijd koers. Elk gehucht heeft zijn eigen held die vol goesting een extra snok aan zijn stuur geeft als hij over de kasseien hort en stoot, terwijl het zweet over zijn lichaam gutst. Supporters verlaten hun huizen om langs het parcours met een pint in de hand hun favoriet aan te moedigen. Een wielrenner in Vlaanderen heeft de status van een held. In Moorsele is het niet anders, het dorp is dan ook een smakelijk voorafje aan wat nog meer opgediend gaat worden: de kasseien en hellingen van Vlaanderens Mooiste[1]. Maar eerst enkele tussengerechten.



Saint Valery Sur Somme


De kleine stad komt tot leven. Bakkers en slagers openen hun winkels, een man loopt langs het wad waar tientallen graspiepers tussen zilt zeekraal hun kostje bijeen scharrelen. Honderden meeuwen trekken, na een veilige nacht op een zandplaat voor de kust, over de monding van de Somme landinwaarts.


Als de waker buigt,
klappen de luiken open,
stroomt het daglicht binnen,
wacht ons een nieuwe dag



Vandaag bezoeken wij Abbeville een stad die een dertigtal kilometers landinwaarts aan dezelfde rivier ligt. Het weer is koud en grijs, wat wellicht van invloed is op onze beleving van deze stad. Zelden hebben wij een dergelijke sombere stad gezien. Op zeker moment denk ik zelfs aan renoveren of afbreken. Een hoogtepunt zou de kathedraal kunnen zijn, maar die is verweerd en beschadigd. Zelfs God mist letterlijk een arm om zijn zoon fatsoenlijk te kunnen dragen. Een kleine opleving ervaren wij in een piepklein cafeetje waar de koffie overheerlijk is. Verdwaasd dwalen wij daarna door de stad en keren na een snelle lunch terug naar onze gite.


Was het echt zo somber?
Dat, o ironie, de topattractie van de stad
een pieperautomaat was?
 

 



Bij St. Valery halen wij onze boodschappen voor de avond. Omdat het weer intussen is opgeklaard, besluiten wij om na het avondeten naar de kapel te wandelen. Vanaf die plek  heb je een goed uitzicht over het wad en de zee, zodat wij de zon kunnen zien ondergaan. De wandeling naar de kapel duurt langer dan wij dachten. Als wij ter plekke arriveren is de zon intussen achter de horizon verdwenen. In het halfduister staren wij over de stad en zijn nauwe straatjes, waar lampen in de huizen ontstoken worden. Stapvoets zoeken wij onze weg over een boerenpad. De roep van een bosuil klinkt vanuit een naastgelegen bosperceel. Een zonsondergang houden wij tegoed.






 



 





[1] Vlaanderens Mooiste is evenals De Ronde een geuzennaam voor de Ronde van Vlaanderen één van de voorjaarsklassieker – een wegwedstrijd voor wielrenners.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten