Proloog
In Vlaanderen is het altijd koers. Elk gehucht heeft zijn
eigen held die vol goesting een extra snok aan zijn stuur geeft als hij over de
kasseien hort en stoot, terwijl het zweet over zijn lichaam gutst. Supporters
verlaten hun huizen om langs het parcours met een pint in de hand hun favoriet
aan te moedigen. Een wielrenner in Vlaanderen heeft de status van een held. In Moorsele
is het niet anders, het dorp is dan ook een smakelijk voorafje aan wat nog meer
opgediend gaat worden: de kasseien en hellingen van Vlaanderens Mooiste[1].
Maar eerst enkele tussengerechten.
Saint Valery Sur Somme
De kleine stad komt tot leven. Bakkers en slagers openen hun
winkels, een man loopt langs het wad waar tientallen graspiepers tussen zilt
zeekraal hun kostje bijeen scharrelen. Honderden meeuwen trekken, na een
veilige nacht op een zandplaat voor de kust, over de monding van de Somme
landinwaarts.
Als de
waker buigt,
klappen de luiken open,
stroomt het daglicht binnen,
wacht ons een nieuwe dag
klappen de luiken open,
stroomt het daglicht binnen,
wacht ons een nieuwe dag
Vandaag bezoeken wij Abbeville een stad die een dertigtal
kilometers landinwaarts aan dezelfde rivier ligt. Het weer is koud en grijs,
wat wellicht van invloed is op onze beleving van deze stad. Zelden hebben wij een
dergelijke sombere stad gezien. Op zeker moment denk ik zelfs aan renoveren of
afbreken. Een hoogtepunt zou de kathedraal kunnen zijn, maar die is verweerd en
beschadigd. Zelfs God mist letterlijk een arm om zijn zoon fatsoenlijk te
kunnen dragen. Een kleine opleving ervaren wij in een piepklein cafeetje waar
de koffie overheerlijk is. Verdwaasd dwalen wij daarna door de stad en keren na
een snelle lunch terug naar onze gite.
Was het echt zo somber?
Dat, o ironie, de topattractie van de stad
een pieperautomaat was?
Dat, o ironie, de topattractie van de stad
een pieperautomaat was?
Bij St. Valery halen wij onze
boodschappen voor de avond. Omdat het weer intussen is opgeklaard, besluiten
wij om na het avondeten naar de kapel te wandelen. Vanaf die plek heb je een goed uitzicht over het wad en de
zee, zodat wij de zon kunnen zien ondergaan. De wandeling naar de kapel duurt
langer dan wij dachten. Als wij ter plekke arriveren is de zon intussen achter
de horizon verdwenen. In het halfduister staren wij over de stad en zijn nauwe straatjes,
waar lampen in de huizen ontstoken worden. Stapvoets zoeken wij onze weg over
een boerenpad. De roep van een bosuil klinkt vanuit een naastgelegen
bosperceel. Een zonsondergang houden wij tegoed.
[1]
Vlaanderens Mooiste is evenals De Ronde een geuzennaam voor de Ronde van
Vlaanderen één van de voorjaarsklassieker – een wegwedstrijd voor wielrenners.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten