Tijdens
een fietstocht naar de wekelijkse yogales, componeer ik in gedachten een mooie zin
bij een beeld dat ik zojuist zag. Ik ben wat laat en rijd in stevig tempo over
wegen die hier en daar zijn aangeslagen door een dunne ochtendnevel. Bij het
steile bruggetje over de Boezem zet ik aan en juist dat had ik niet moeten
doen, want hij is spekglad. Ik verlies de macht over het stuur, smak tegen de
grond en schuif keihard tegen de brugleuning aan. Nadat ik mij geheroriënteerd
heb sta ik op en vervolg mijn weg met een stijve knie en heup. Nog net op tijd
arriveer ik bij de yogalokatie. De les doet mij goed en al snel ben ik het
voorval vergeten.
Nu
vraagt u zich wellicht af hoe die volzin nu luidde. Ik zal hem u vertellen al
weet ik nog niet wat ik er verder mee aan moet.
Aan
de slootkant in een door de storm gehavend bosperceel, ligt verkreukeld als een
pas beslapen bed en nog klam van de nacht een linnen draagtas.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten