woensdag 21 november 2012



Om exact een uur pakt Dirk Houtzager zijn razendsnelle Gazelle uit het halfvergane schuurtje achter zijn huis, om vijftien minuten later op de kruising van de Nieuwpoortseweg met De Singel zijn vriendin Chantal Appelwang te ontmoeten. Met zijn door kou gebarsten lippen kust hij vluchtig de warme mond van zijn lief. Dan rijden ze, zij als een amazone gezeten op de stang van zijn stalen ros, naar het Oude Raadhuis aan de Hoogstraat. Die middag maken beiden hun dichters debuut. Als ze ter plekke arriveren, staat het plein vol met fietsen. Binnen wacht hen een hartelijk ontvangst door John Bontenbal, de organisator van het literair café. Hij begeleidt hen beiden naar een knus zaaltje, dat op een enkele stoel na, gevuld is met liefhebbers van het Nederlandse woord. In een hoek staat een spiegelzwarte vleugel waarachter de huispianist ‘Erbarme Mich’ van Bach tracht te vertolken. Het lukt hem niet, maar op dat moment heeft niemand dat nog in de gaten. Met een ferme tik op de microfoon achter de lessenaar opent John de literaire middag die als de thema, ‘langs de lek is het fijn toeven’, heeft.

Als drie gevestigde dichters hun kunsten hebben vertoond en Dirk met koude klamme handen onrustig op zijn houten klapstoel zit, is het de beurt aan Chantal. Het publiek hangt aan haar lippen. De schoonheid waarmee zij haar gedichten voordraagt, de klank en intonatie, wordt die middag niet geëvenaard. Het applaus dat haar ten deel valt neigt naar een ovatie en houdt langer aan dan gebruikelijk. Bescheiden vraagt de spreekstalmeester om stilte. Pauze. Tijd voor de pianist.

Dirk dagdroomt. Hij ziet de pianist achter de vleugel. Boven de vleugel hangt het bordje waarop de tekst: ‘Don’t shoot the pianist’. Langzaam loopt Dirk naar de vleugel en draait het bordje om. Dan knikt hij met zijn hoofd naar het publiek. Terwijl de pianist wordt bekogeld met tomaten, maakt Dirk zich bukkend uit de voeten.

Na de met valse noten gevulde pauze, is het de beurt aan Dirk. Hij brengt het er goed van af. Toch twijfelt hij aan zichzelf. Echter als diverse mensen hem na afloop complimenteren glimt hij van trots. Bij het weggaan, schiet Dirk nog even de pianist aan. Hij steekt hem een hart onder de riem. Ook de pianist is tenslotte een liefhebber van kleine kunsten. Niet meer en niet minder, evenals Dirk zelf.