Rond half tien zit ik dan
toch in de trein. Het gedoe met kaartjes bestellen, het perron van vertrek
opzoeken, een zitplaats vinden, dat alles blijkt geen gedoe te zijn, maar een
flow. Vanachter het raam flitsen volkstuinen, weilanden, boerderijen en lintdorpen
voorbij. Een metalen stem zegt dat we Utrecht naderen.
Sanitaire stop. Bij een zestal tourniquets staan een drietal automaten die na betaling de poortjes openen. De gebruiksaanwijzing is mij onduidelijk en ik waag de gok en stop mijn betaalkaart in een van de drie gleuven die de automaat rijk is. Ik krijg zelfs een tegoedbon, te besteden bij diverse stations horeca.
Achter een enorme glazen pui verblijdt de zon mij met warmte en licht. Als ik mij omdraai staat zij voor mij. Zij straalt. Hoe kan het anders nu zij in verwachting is. Ik krijg een kus en dan wandelen Femke en ik de stad Utrecht binnen. Na een slinger door het centrum, buitenom over singels.
In het zonnetje
op een minuscuul terras
achter ons blues en jazz.
Slenteren door straten en stegen
over wallen, langs verborgen verleden.
Gewoon dat samenzijn tussen
vader en dochter, en toch zo bijzonder.