zaterdag 26 maart 2016

Sommige dromen komen uit



De A15 tussen Alblasserdam en Arnhem vind ik één van de saaiste stukjes snelweg van ons land. Dat komt naar mijn idee ook door de onrendabele Betuwelijn die erlangs ligt. Zelden tot nooit zie ik treinen met beladen wagons rijden van en naar de Maasvlakte, waar de lijn toch voor bedoeld was. Dit keer is het niet anders. Twee aan elkaar gekoppelde wagons rijden ons door het desolate landschap tegemoet.



Bij Rhenen verlaten wij de snelweg om via de Grebbeberg naar Wageningen te rijden. Daar zal aan onze dochter Femke haar diploma worden uitgereikt. Zij heeft hard voor haar bul geknokt en door onderzoekstudies naar solitaire bijen, bonte vliegenvangers en trekvogelgedrag in het warme Zuiden van Spanje is zij uiteindelijk geslaagd voor de studie Forest and Nature Conservation.



In goede stemming rijd ik dan ook richting de Universiteit van Wageningen. Echter José stuurt mij ter plekke naar elders. “Is de ceremonie niet aan de WUR?” vraag ik haar. “Nee, het is in een gebouw naast hotel De Wereld” zegt zij enigszins geagiteerd. Teleurgesteld omdat ik niet gekend ben in de locatie van bestemming wacht ik verdere orders af. José weet echter niet precies de route. Mijn herinneringen van eerder en de mobiele telefoon van mijn zoon brengen uitkomst en uiteindelijk vinden wij onze plek vlak voor het podium in een oud kerkgebouw.



Als het kerkorgel begint te spelen, een melodie die lijkt op het God save the Queen, gaan de deuren die zich onder het orgel bevinden open. Een vrouw in toga en ceremoniestaf komt binnen en maant ons tot opstaan, achter haar lopen vol trots de twaalf geslaagde studenten. Als snel ontdek ik Femke, die met een blik van verstandhouding naar mij lacht; wat een toestand allemaal. Als de studenten hun plaats op het podium hebben ingenomen en ook het publiek weer is gaan zitten, komt dezelfde dame in toga met statige pas opnieuw de zaal binnen geschreden. Pal achter haar lopen de drie professoren die de diploma’s uit zullen reiken. Een voor één worden de studenten toegesproken. Er wordt ingegaan op de studie die is afgerond, het resultaat dat is behaald en wat de toekomstplannen van de studenten zijn. Als de laatste student zijn diploma en zilveren speldje heeft ontvangen, verlaten de professoren en de studenten plechtig de zaal. Weer klinkt de melodie die ook in het begin mijn oren teisterde. Een man achter mij zingt zachtjes, in het Latijns, mee. Wat mij op de gedachte brengt dat het een officieel corps hymne zal zijn.



De ruimte in hotel De Wereld waar later de receptie plaatsvindt, is overvol. Het is er warm en de kakofonie van geluid, maakt dat ik mij onprettig voel. Als de professor bij wie Femke is afgestudeerd na een persoonlijk praatje ons verlaat, kijk ik José aan. Haar knikje is voor mij het teken dat ik er tussenuit mag muizen. Al snel vind ik buiten een plantsoen, waarin enkele oude platanen staan. In één van hen kwettert een winterkoning. Hier ben ik meer op mijn plaats.



De dag sluiten wij af in restaurant Colors. Hier worden exotische gerechten uit vele windstreken geserveerd. Even neem ik afstand en zie ons genieten: Femke haar vriend Nick, zijn moeder en Bertus, José, Micha en Femke die straalt van geluk. Op dat moment is alles volmaakt en intens tevreden neem ik een laatste slok van de warme, sterke en toch zoete Turkse thee.

 


woensdag 23 maart 2016

Wie het weet mag het zeggen



Ik lees graag literair getinte boeken. Dat kunnen romans zijn, maar ook novelles. Zo nu en dan een thriller is ook fijn om te lezen, maar die plaats ik niet in het vakje literatuur. In het genre literaire thriller geloof ik niet; ik ben er tenminste nog nooit een tegengekomen. In toeval geloof ik ook niet. Alles heeft een oorzaak, al is die soms niet meer te achterhalen.



Ooit las ik een boekenweekgeschenk. Het betrof, Het Volgende Verhaal, van Cees Nooteboom. Volgens kenners was en is hij een goede schrijver. Optimistisch begon ik aan zijn verhaal. Na enkele bladzijden vond ik het genoeg. Zijn boek kon mij niet boeien. Nu jaren later sta ik in de bibliotheek met een qua lay-out mysterieus vormgegeven boek in mijn handen; inderdaad het eerder getracht te lezen boek van Cees. Vaag herinnerde ik mij de titel, toch ik wist het niet zeker.

Er rest mij niets anders dan het nogmaals te lezen. Nu een dag later ben al over de helft, het is een boeiend verhaal dat veel humor bevat. Met recht internationale topliteratuur, zoals op de cover staat geschreven. Wees ik eerder toeval af, nu twijfel ik. Waarom heb ik het boek andermaal in handen? Bestaat toeval toch, of was het de voorzienigheid, een soort van determinisme, dat ik het boek opnieuw ben gaan lezen?


zondag 20 maart 2016

De Duikelaar



Hongerig strijkt de nog jonge sperwer in de wilgenstruik. Zijn grote gele klauwen slaat hij om een tak. Voorzichtig hipt hij op zijn iele poten opzij. Ziezo, denkt hij, nu zit ik enig zins uit het zicht. Bovendien contrasteren de ontluikende wilgenkatjes met het wit in mijn verenkleed. Als een man hem toch ontdekt buigt hij zijn kop omlaag. De man wenkt zijn maatje en fluistert: “Sperwer. Hij is vast niet ‘goed’ zo gebogen als hij zit”. Kalm lopen de mannen om hem heen en bekijken hem van alle kanten, terwijl een merel alarmeert. Dan helt de vogel voorover en zet zich af op de tak. Als een schoonspringer duikt hij omlaag.  Onhoorbaar land hij tussen de struiken. De merel is stil. Eén man waagt zich nog tussen het struweel, maar geeft zijn zoektocht op als dikke bramenloten hem de weg versperren. Op dat moment vliegt de sperwer op en verdwijnt zonder prooi tussen de huizen van een naastgelegen woonwijk.  


  
De foto is van Peter Ganzenboom. Klik voor fraaie vogelfoto's op http://peterdestadsvogelaar.blogspot.nl/