zaterdag 29 augustus 2015

Kerktwist



In het centrum van Borculo staat een oude kerk waarin van oorsprong Rooms - Katholieke missen gehouden werden. Tijdens de Beeldenstorm is de kerk overgegaan in protestantse handen. Zonder enige opsmuk werden er diensten gehouden. In de vroege jaren twintig van de vorige eeuw is de kerk voor een groot deel door een wervelstorm verwoest, waarna hij met man en macht weer is herbouwd.

Voor de deur staat een groot bord dat de voorbijganger uitnodigt om binnen een kunstexpositie te komen bezichtigen. Ik besluit een kijkje te nemen. Al snel wordt ik door een dame aangesproken.



“ Goedemiddag, mag ik u wat vragen? Komt u voor de kerk, of voor de expositie”?

“Voor beide zeg ik”.



We raken aan de praat en wederzijds enthousiasme maakt dat de vrouw over een recente geschiedenis verhaal doet.



“Vroeger stond de preekstoel achter in de kerk en daarvoor stonden de kerkbanken. Omdat het kerkbezoek terugliep, is de preekstoel naar de zijkant in het midden geplaatst. De banken, die in verval geraakt waren, zouden vervangen worden door stoelen. Echter een deel van de kerkgemeente was het daar niet mee eens en wilde de banken behouden. Zo ontstond er een twist dat tot aan de rechtbank uitgevochten werd. De rechter besliste dat er in het gedeelte voor de preekstoel stoelen mochten staan en alleen in het voorste gedeelte van de kerk banken. Tot op de dag van vandaag nemen tijdens de dienst nog steeds enkele conservatieve kerkgangers plaats in die banken”.



Glimlachend kijk ik door een venster naar het hemelrijk en zie dat Hij naar mij knipoogt.



Salomons oordeel

vs. modern en behoudend

over stoel en bank

     

dinsdag 25 augustus 2015

Heren van stand




“Komt u maar verder heur. Neem gerust plaats achter op ons court. U bent van harte welkom”.
Ik bedank de man en ga in op zijn invitatie. Met José in mijn kielzog loop ik door het grand café en zoek een plekje onder een parasol op het terras. Al snel komt een ober aangesneld. “Goedemorgen, mevrouw mijnheer, wat kan ik voor u betekenen”. Wij bestellen een koffie en een cappuccino. Terwijl de ober onze bestelling in orde maakt luister ik naar een geanimeerd gesprek tussen drie heren van stand.

“Wat een malheur, wat een malheur”.
“Vertel” zegt één van de heren uit het gezelschap.
“Ik had gisteren panne. Mijn Volvo vertoonde kuren. Terstond belde ik de ANWB, die mij doorverwees naar de dealer. De dealer was telefeunisch slecht bereikbaar, dus sprak ik een annonce in. Enkele minuten later ontving ik per sms een response. Wij hebben helaas geen tijd voor u. Neem contact op met de ANWB. Nu vraag ik je amice, dat is toch geen manier om een cliënt te weurd te staan? Ik ben op een naere manier afgewimpeld”.

Geamuseerd hoor ik het verhaal aan. Ondertussen glijdt mijn blik over het golfterrein, waar jonge tienermeisjes gekleed in polo en korte ruitbroek de beginselen van het golfen beoefenen. Een man lurkend aan een pijp rijdt in een golfkar over het terrein. Manager staat er op het bord achter het raam van zijn golfkar te lezen. Her en der stapt hij uit om vergeten afval op te rapen. Op die plekken waar een geschil tussen golfspelers dreigt, draait hij het bord achter de ruit om. Referee is er nu te lezen.

Terwijl José later de koffie betaalt, blader ik in de entree door een boek waarin de mooiste en duurste landhuizen van Nederland staan afgebeeld. De prijzen zijn niet vermeld. Dat heurt waarschijnlijk niet in dergelijke kringen, denk ik. Bij het verlaten van het clubhuis blijf ik nog even staan bij het staatsieportret van onze koning en koningin. Wat een malheur, wat een malheur zijn mijn gedachten, om zelfs hier geconfronteerd te worden met Willem, al is het twee dimensionaal.