donderdag 29 mei 2014

Opvliegend gruis



De bijeneter van gisteren wil ik natuurlijk nogmaals zien. Daarom wandel ik al vroeg de heuvels in. Links van mij ligt een ogenschijnlijk vervallen ezelboerderij. Een bord langs de kant van de weg met daarop geschreven, Donkeyfarm You’re Welcome, kan mij niet verlokken om een kijkje bij de ezels te nemen. Na een flauwe bocht laat ik de laatste bebouwing van Molivos achter mij. Hoog in de lucht hoor ik de kenmerkende roep van de bijeneter. Zij zijn op weg naar elders. Na een uurtje kuieren besluit ik om terug te keren. De maag knort, het ontbijt wacht. Honderd meter voor mij op het pad, zie ik een kleine windhoos. Niet groter dan een meter hoog en niet breder dan vijftig centimeter. Langzaam komt hij nader. De wind trekt aan en wordt warmer. Op het moment dat de windhoos daadwerkelijk bij mij is, waait het hard. Mijn in korte broek gestoken benen worden gegeseld door opvliegend gruis. Niet langer dan een halve minuut waait het hard, dan neemt de wind af. Ik draai mij om en zie de draaikolk van stof langzaam oplossen in het landschap. Het blijkt een voorbode voor een stormachtige dag. Boven in de heuvels waait de wind, blijkt later, met een kracht van zeven á acht op de schaal van Beaufort.



wind giert door straten
het dorp angstig verlaten
ligt doods in de storm


dinsdag 27 mei 2014

Lesbos



De nacht is nauwelijks begonnen als we, zonder de slaap gevat te hebben, uit bed stappen. Een half uur later, het is intussen half twee, rijden we richting Schiphol. Daar zal om vijf uur in de morgen ons vliegtuig naar Lesbos opstijgen. De vlucht verloopt voorspoedig. Door het heldere weer is een groot deel van Europa zichtbaar. Om acht uur landt het vliegtuig uiteindelijk op Mytilini Airport.  Met een kleine huurauto proberen we later de stad achter ons te laten. Het lukt maar nauwelijks. Via een doodlopende weg die bij een betoncentrale eindigt, eenrichtingstraatjes en een bijna aanrijding, vinden we na anderhalf uur de juiste weg. Rond een uur rijden we Molivos binnen, de plaats waar we tien dagen zullen verblijven. Het appartement dat wij gehuurd hebben heeft een fraai balkon, vanwaar het vaste land van Turkije zichtbaar is. Moe van de reis ploffen we na de eerste indrukken op ons bed voor een korte siësta. ’s Middags wandelen we wat en ’s avonds genieten we van ons eerste authentieke Griekse diner. De volgende ochtend word ik om half zeven gewekt door een nieuwe dag.



     over de bergkam
     klimt als vanzelf de zon
     gouden morgenstond



Her en der grazen in de heuvels schapen. Vele van hen dragen een bel om hun nek, zodat het vaak een geklingel van jewelste is. Op kaal gevreten stukken grond scharrellen kuifleeuweriken hun kostje bij elkaar. In de verte, langs ons pad, slaan bij een verlaten stal een viertal honden aan. We besluiten van het pad af te wijken. Door een droge rivierbedding dalen we af tot ver achter de stal. Omdat het al behoorlijk warm is, laten enkele hagedissen zich bewonderen op gesleten rotsblokken. Via een uitgehouwen trap komen wij bij een klein bouwwerk. In eerste instantie denken wij dat het een behuizing van een kluizenaar is. Het blijkt een kapel. Na binnen foto’s geschoten te hebben loop ik om de kapel heen. Ineens klinkt het pruut pruut van de bijeneter. Even laat hij zich op een kei van dichtbij bewonderen, dan vliegt hij verder.