zondag 2 maart 2014

mijn racefiets



Vertwijfeld sta ik voor het raam en staar naar de blauwe lucht, die mij uitnodigt voor een rondje op de racefiets. Twijfel, omdat mijn kop vol snot zit van mijn laatste rit een paar dagen terug. Misschien is het beter niet te gaan. Ik hak, nog niet berustend, de knoop door en sms mijn vriend welke plannen hij heeft vandaag. Hij antwoordt niet. Vlug controleer ik de spanning op de banden van mijn fiets, leg mijn sportkleding klaar en controleer mijn mobiel op de laatste berichten. Geen bericht, ik mag gaan fietsen. Al direct moet ik opboksen tegen een harde wind die later aan zal wakkeren tot kracht vijf. Achter een tandje groter dan maar. Het is fris, maar na een uur raak ik in cadans en slinger ik over de polderwegen van Voorne. Na twee uur en een kwartier zit mijn rit erop, nog net voor de hongerklop. Op mijn mobiel een bericht van mijn vriend. Hij is gaan wandelen met zijn vrouw. Ik heb de juiste keuze gemaakt.

Daarom, hak met het zwaard der kennis
de twijfel aan stukken, sta op en volg het
pad van de wielrenner!

Vrij naar de Bhagavad Gita – hoofdstuk 4 : 42