dinsdag 14 juni 2011

De Mensch

Pinksteren op Goeree
Samen lopen we in eendendraf over het pad naar vogelkijkhut ’t Kiekgat bij Stellendam. In de struiken klinkt de zang van zwartkoppen en een enkele tuinfluiter. Bij de hut staan twee fietsen geparkeerd. Een stikker achterop de spatborden verraadt dat ze afkomstig zijn van een fietsenboer uit Heenvliet. Zachtjes lopen we de trap naar de entree op en gaan de hut binnen. Een vermeend stel vogelaars schrikt van onze binnenkomst en even heb ik de indruk dat ze zich betrapt voelen. Zich herstellend van de schrik tuurt de man weer snel over Het Zuiderdiep, waar in de verte een bruine kiekendief boven het riet jaagt. Een vreemd geluid trekt mijn aandacht naar de vrouw die enthousiast met een game boy aan het spelen is. Rauwe klanken verlaten haar keel. Dan is het stel ons vergeten. Beiden raken in gesprek. Ik probeer het gesprek te volgen, maar de taal die ze spreken is vrijwel niet te ontcijferen. De klanken houden het midden tussen een vergeten dialect en laag beschaafd Nederlands. Als de vrouw met luide stem verkondigt dat ze nog een goede mop weet daalt mijn humeur. Ik begin mij te ergeren. Twee bosruiters op het slik voor de hut zijn inmiddels verdwenen. Zal ik hen aanspreken op hun voor mij storend gedrag, bedenk ik mij. Maar dat hoeft niet meer. Het stel besluit luidruchtig weg te gaan. Terwijl wij alsnog proberen de rust te ervaren galmen nog honderden meters lang flarden van gesproken woorden door de natuur. Daar waar het toch eigenlijk stil moet zijn.

Aan de mop ontkomen lopen we later elders te genieten van de dag. Ik tuur door mijn kijker over een weidse vlakte. Een man groet mij en begint een gesprek . Eigenlijk heb ik geen zin om hem te woord te staan. Zeker niet als hij mijn mening vraagt naar zijn kijker van inferieure kwaliteit, waarvoor elk bedrag door hem betaald, teveel is geweest. We praten wat over vogels en uiteindelijk valt deze ontmoeting mij mee. Totdat de man mij een mop gaat vertellen…
Weet je wat een oeioei vogel is, vraagt hij mij. Nog voor ik ja kan zeggen, om aan de clou te ontkomen, antwoordt hij: een oeioei vogel heeft een zware zak. Als hij over je heen vliegt roept hij oeioei. Mijn vrouw lacht, niet om de mop, maar om mijn ergernis, die ik overigens niet aan de man onthul.

Aan het einde van de middag vind ik eindelijk rust in tuin van mijn vriend. Denk nu niet dat hier niet gelachen is. Ook al is Niels over het algemeen uiterst serieus, een kwinkslag deelt hij altijd uit. Al hebben die wel een ander niveau dan de eerder vermelde mop. Weet u trouwens wat een drijfsijsje is…   

zondag 12 juni 2011

De Dichter

Niels Snoek een man van duizend dingen lanceerde een ingenieus idee. Gecharmeerd door mijn vogelgedichten blaarde hij door zijn eigen archief en vond daarin gedichten waarin zich een vogel bevond of doorheen gevlogen was. Het verschil echter was en is dat ik een echte vogelaar ben en hij niet. Niels is een niet-vogelaar. Zou dat verschil merkbaar zijn in onze gedichten? Die vraag mag u als lezer beantwoorden. We maakten een glossy, die naast onze gedichten fraaie illustraties bevat van kunstwerken op basis van gemixte technieken, vervaardigd door Yasemin Sözer, schetsen van Willem Hamel en foto’s van Peter Ganzeboom. De lay-out is verzorgt door Niels al mocht ik ook mijn zegje doen. In hoog tempo, maar secuur, is ‘alles’ uitgezocht. Naar ons idee is het resultaat dusdanig dat wij beiden mogen nagenieten van ons werk. Misschien moet u dat ook wel doen. Lekker lezen in een tuin en even wegdromen bij een gedicht of illustratie.
De dichters wensen u daarom veel lees en kijk plezier.

De glossy is te bekijken op en eventueel bij mij of Niels snoek te bestellen.

 http://www.jilster.nl/pageflip?widgetCode=cf3d770b55536cce936e838087bbea48