Natuurlijk
heb ik gemengde gevoelens en gedachten als de halfwas-stier voor zijn leven
vecht. Toch kom ik niet in actie. Sterker ik leun op een hek en geniet van het
schouwspel.
De
laatste weken vindt er een migratie van meeuwensoorten plaats in de weilanden rond
Simonshaven. Het maaien en gieren van de boeren zijn daar debet aan. Deze bijna
verregende zaterdag zijn er zeker vijf soorten op zoek naar een vette worm. Volwassen
exemplaren determineren is een fluitje van een cent, met onvolwassen meeuwen
ligt het moeilijker. Even ben ik dan ook aan het puzzelen. Zo loop ik in het
enige droge uurtje van de dag een stuk door de polders achter mijn huis. Op een
hek wordt een boerenzwaluw gevoerd. In een boom kwebbelt een aantal putters.
De zon breekt door. Een niet alledaags tafereel trekt mijn aandacht. Een
dikbil-stier is in een moddersloot te water geraakt en beweegt als een nijlpaard
door een sloot. Hij proest en blaast als gevolg van een gevecht tegen de
ondergang. Even twijfel ik of ik de eigenaar zal waarschuwen. Ik doe het niet.
Te veel gedoe. De stier is intussen bij het einde van de sloot aangekomen en
onderneemt na een korte adempauze verwoede pogingen om aan op de kant komen. Het
lukt niet. Telkens zakt hij terug. Een laatste afzet. Het bovenlijf ligt al
voor de helft op de kant. Wederom stagnatie. Glijdt hij terug? Nog een klein
zetje. Gelukt, de stier staat blazend op de kant.
Met
bolle ogen staart hij mij aan. Ik lach hem toe. Met zijn dikke billen en
gedegenereerde gewrichten strompelt hij naar zijn kudde. Dit gevecht heeft hij
gewonnen. Zijn noodlot, de slacht, zal hij echter niet ontlopen.