Er
bevindt zich in de streek waarin wij op vakantie zijn een uitgestrekt netwerk
aan public foothpaths. Deze paden zijn vaak op elkaar aangesloten en slingeren
door het heuvellandschap, langs bosranden en de mooiste pittoreske dorpen. Om
niet te verdwalen hebben wij een gedetailleerde kaart aangeschaft. Nadat we de
auto aan de rand van Balcombe geparkeerd hebben lopen we de eerste kilometers
langs het Ardingly reservoir. De op het informatiebord beloofde ijsvogel laat
zich niet zien, wel worden op een tak jonge grasmussen door hun ouders gevoerd.
We dwalen over de weiden van West Hill en houden halt bij een zinken
voedertrog. De trog doet dienst als ruggensteun als we onze boterhammen opeten.
Onder ons stroomt de Ardingly naar het meer. Een zachte bries droogt mijn
bezwete rug. Met de kaart uitgevouwen voor ons op de grond bepalen we het
vervolg van onze route. We dalen de heuvel af en volgen het pad door een
bosperceel. Een houten brug over een rivier brengt ons bij het oude ‘Boat House’
en de Royal Botanic Gardens van Wakehurst Place. Op de parkeerplaats van de
tuinen staan zeker honderd auto’s. Nieuwsgierig als we zijn besluiten we een
kijkje in het bezoekerscentrum te nemen. Het gebouw heeft veel weg van een uit
de kluiten gewassen
hobbywinkel
annex restaurant. Er is van alles te koop van potjes gevuld met jam tot
bloemenzaad, van tuinhandschoenen tot fleurig versierde agenda’s. Hier moet je
echt liefhebber van zijn. Ik ben dat niet. Snel verlaat ik dan ook het gebouw
en wacht buiten op mijn vrouw. Als we later via Warrens Wood en Newhouse Farm
terugkeren naar Balcombe zijn we ineens de weg kwijt. Het pad op de kaart
blijkt in werkelijkheid niet meer te bestaan. Met de kaart in de hand dwalen we
tussen bomen en varens over paden die, gezien de printen op de grond, ook
gebruikt zijn door damherten. De kaart gaat in de rugzak, die is tijdelijk onbruikbaar.
Op gevoel dwalen we door het bos om uiteindelijk bij de Botanic Gardens uit te
komen. Nu pas beseffen we hoe groot die tuinen zijn. Werkelijk uit alle delen
van de wereld zijn grote thematische tuinen aangelegd. Geweldig mooi allemaal.
Uiteindelijk na een wandeling van bijna zes uur komen we bij het bezoekerscentrum
uit. Daar waar ik het die ochtend nog geen vijf minuten uithield sluit ik nu vriendschap
met de restaurateur. Een flink stuk notenkoek en een warme pot thee doen nu
wonderen en langzaam verdwijnt mijn vermoeidheid. Jose peuzelt en drinkt natuurlijk
lekker mee. Morgen doen we het rustig aan beloven we ons zelf. Maar of dat gaat
lukken?
Poeh, dat is een flinke wandeling, maar die notenkoek op het einde klinkt erg lekker. :)
BeantwoordenVerwijderen