maandag 3 september 2018

Uit het vroegere leven van - Angst voor de onbekende


Angst voor de onbekende



Aan het einde van de middag als het al flink schemert, zit de jongen op zijn knieën in een fauteuil voor het raam. Hij wacht tot de pendelbus zijn opa aan de overkant van de weg afzet. Als het zover is, springt hij op uit de stoel en rent door de kamer en keuken naar de voordeur. Zijn opa loopt dan juist het erf op. Niet veel later zitten zij met z’n drieën aan tafel met hun neuzen boven een dampend ‘prakkie’ van aardappelen, krootjes en een flink stuk spek. Er wordt bijgepraat over de dag en na de afwas komt de zinken teil tevoorschijn. Hij wordt gevuld met koud water, dat opgewarmd wordt met een dompelaar. Tijd voor het vrijdagse bad.

Langzaam vordert de avond. Tijdens de koffie zet zijn opa de televisie aan. Het is gissen naar de kleuren van de beelden die nog in zwart-wit de huiskamer binnenkomen. Is dat niet Pierre Jansen, die enthousiast over kunst vertelt?

Tijdens een boeiend fragment, klinkt er gestommel in de keuken en met veel kabaal stapt er een man onvast de woonkamer binnen. Zijn olijke kop en vrolijke, ’Hallo Annie’, laat de jongen schrikken en als een bange muis duikt hij onder de tafel. ‘Hallo Trien’, zegt zijn oma en er ontstaat een moeilijk te volgen gesprek.

Trien is de broer van zijn oma, die hem vermanend toespreekt. Hij heeft te diep in het glaasje gekeken. Onbekend met dit fenomeen, komt de jongen voorzichtig tevoorschijn. Maar als de man hem een hand wil geven, rent hij de trap op naar zolder. Dat hij daarbij hard zijn hoofd stoot tegen het trapluik, kan hem op dat moment niet deren. Boven legt hij gespannen zijn oor te luisteren op de zoldervloer. Pas als de stemmen doven, hij de keukendeur hoort dichtslaan en het geluid van knarsend grind wegsterft in de gitzwarte nacht, durft hij weer naar beneden te gaan.

Zijn opa stelt hem lachend gerust. ‘En dan is het nu tijd om tanden te poetsen en naar bed te gaan’ zegt hij. Boven knipt hij zijn zaklamp aan, staart nog even naar de duizenden sterren door het raam. Dan kruipt hij in bed en droomt over het Gele Teken, een spannend stripverhaal van Blake en Mortimer, dat naast zijn bed ligt. Morgenochtend zal hij dat voor de derde keer gaan lezen. In de middag wordt hij dan door zijn ouders en broertje opgehaald. De fijne tijd bij zijn opa en oma zit er dan weer op.    




Geen opmerkingen:

Een reactie posten