maandag 28 maart 2016

Zondagmorgen



Zondagmorgen,

Zij draait zich langzaam om,
ik schurk mij tegen het warme lijf en
woel mijn neus tussen geurend haar.
Na een kus zwaai ik mijn benen op het koude zeil.

Zondagmorgen,

Jouw zonlicht verdringt langzaam
het donker van de koude nacht.
Vanachter het glas zie ik een tuin vol vogels.
Oogluikend scharrelen zij hun kostje bij elkaar.

Zondagmorgen,

Mijn gedachten vragen jou,
waarom beleven wij niet samen deze uren?
Dit ochtendgloren vol energie stroomt leeg
door het gat dat jij onverstoorbaar aan het slapen bent.

Zondagmiddag,

Pas als de schemer tegen het licht dringt
vinden wij elkaar, over onze lippen  rolt
het verhaal van de dag die voor ons beide anders was.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten