dinsdag 2 februari 2016

Verloren arbeid



In de kruiwagen die hij voortduwt, liggen een vijftal elzenboompjes. Ze zijn niet groter dan een halve meter. Hij heeft ze met noeste arbeid uitgegraven tussen het puin van een oude ruïne. Zelf heb ik vijf kleine gaten gegraven waarin de boompjes worden herplant. Als ik twee boompjes ingegraven heb, neemt hij de spa van mij over. “De ruimte tussen de laatste gaten is te groot”, zegt hij. Hij graaft een nieuw gat en gooit de grond in de kuil ernaast. “Wat doe je nu?” vraag ik. “Nu moet je opnieuw een al eerder gegraven gat graven”. “Dat is niet erg”, zegt hij bezweet. En hij herhaalt zijn handeling bij het volgende te planten boompje. Lachend maan ik hem tot een pauze. “Luister, ik weet een mop”.



Een grondwerker die om werk verlegen zit gaat naar zijn voorman en vraagt om een klusje. “Werk die berg aarde maar weg”, zegt hij. De grondwerker denkt na en vraagt, “Prima, maar waar moet ik de grond laten?” “Graaf daar maar een nieuwe kuil voor”.



Mijn maatje kijkt mij waterig aan. Hij begrijpt de mop niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten