vrijdag 12 oktober 2012



Om half tien, een kwartier eerder dan afgesproken, gaat de deurbel. Vriend Nico staat voor de deur. Deze dag bevat het plan om zijn dochter Naomi te helpen met het afbreken en verhuizen van een door haar gemaakte maquette. De maquette bevindt zich in de oude ‘Van Nelle fabriek’ te Rotterdam. Naomi is dit jaar cum laude geslaagd voor haar studie aan de Academie voor Beeldende Kunst te Den Haag. De maquette is haar eindwerkstuk. Voor we op pad gaan drinken we eerst nog een kop koffie. Als we, vijftien minuten later dan gepland, bij Naomi arriveren, kijkt ze haar vader bedenkelijk aan. “Wij hebben eerst nog koffie bij mij thuis gedronken”, schiet ik Nico te hulp. Na een praatje rijden we gedrieën naar een autoverhuurbedrijf om een grote bestelbus op te halen. Daarna rijden we naar Rotterdam. Nico is de gehele dag de chauffeur. Na een kort gesprek, met de dienstdoende portier, rijden we het voormalige fabrieksterrein op. Onder de transportband door en langs allerlei kunstzinnige bedrijven die in oude hallen gevestigd zijn. Nico zet de bestelbus met kunst en vliegwerk voor het pand waarin de maquette zich bevindt. Terwijl Naomi zorgvuldig de kleinere attributen van haar werkstuk opbergt, sjouwen Nico en ik de grotere delen door gangen en een trappenhuis naar de auto. Nico wordt zichtbaar moe. Ik heb meer conditie en neem hem op sleeptouw. Met zijn drieën laden we de onderdelen in de bestelbus. De stemming zit er goed in en onder het genot van een grap en een grol rijden we naar Den Haag. De straat langs de academie staat muurvast met autoverkeer. Koortsachtig overleggen we hoe we het snelst bij de achteringang kunnen komen. Nico en ik rijden naar het toegangshek, waarvan Naomi ondertussen de sleutel haalt. Voorzichtig rijden we de krap bemeten binnenplaats op. Als de bestelbus op zijn plek staat, naast een grofvuilcontainer,  en Naomi op verkenning is om te onderzoeken hoe de maquetteonderdelen het efficiëntst naar de plek van bestemming gebracht kunnen worden, opper ik het idee om de hele zaak in de container te smijten. Nico lacht, maar is het niet met mij eens. De laatste etappe die afgelegd wordt, is er een van draaien en keren: over gangen, in liften, op steekwagentjes, door leslokalen. Uiteindelijk ligt alles op zijn plek van bestemming, hoog bovenop garderobekasten. Er wordt waarschijnlijk nooit meer naar omgekeken, tot op het moment dat het uiteindelijk toch in de grofvuilcontainer terecht zal komen. Bezweet stappen we in de bus en stippelen de route naar het autoverhuurbedrijf uit. Als we een smal straatje inrijden schrikken we van een enorme dreun afkomstig van het dak van onze bestelbus. Nico stopt vlak voor een onderdoorgang. Ik stap uit en zie de rood-witte waarschuwingsbalk waarop het bord: doorrijhoogte 2.60 meter. De bestelbus is 2.80 meter hoog... Na moeizaam manoeuvreren, hervinden we onze weg naar de garage. Terwijl Nico de administratie afhandelt en Naomi bagage overlaadt naar de auto van Nico, blijf ik bij de bestelbus en wacht op de eindcontrole. De controleur kijkt of er geen schade aan de bestelbus is; ik zeg alleen het hoognodige. Na een rondgang om de bestelbus blijkt alles in orde. In balorige stemming brengen we Naomi naar haar huis. Vanaf daar volgt een ritje naar mijn huis. Alles is met een sisser afgelopen. Niemand heeft weet van enige schade.

     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten