Muziek
heeft de kracht om gelukkig te maken, omdat de trillingen, die uitgaan van
juist gecomponeerde noten, bepaalde patronen vormen die een geluksgevoel
oproepen.
Uit:
Goed gezelschap. Sri Shantananda Sarasvati. (Sichting Ars Floreat)
Dertig jaar geleden was ik met mijn vrouw op vakantie in
Schotland. Ons onderkomen, een oud Schots landhuis, lag niet ver bij Inverness
vandaan. Wij maakten lange wandelingen en tijdens een van die tochten kwamen
wij langs een whiskystokerij. Van sterke drank hadden wij geen sjoege. Bier en
wijn was wat wij dronken. Het leek ons aardig om in de destilleerderij een
kijkje te nemen. Ik kan mij weinig meer van de rondleiding herinneren, wel van het
glaasje honinglikeur na afloop en de fles die we kochten. Een tongstrelend
drankje.
Jaren later interesseerde ik mij meer in Whisky. Samen met
mijn dochter en haar vriend probeerden wij een proefpakket van enkele
miniflesjes. Ik moest eraan wennen. Slechts een exemplaar kreeg van mij het
label, ‘mogelijk lekker’. Toch, de verhalen eromheen, de legendes en het
enthousiasme waarmee erover gesproken en geschreven werd, lieten mij niet los.
Tijdens een vakantie kocht ik op een luchthaven taxfree een
speciale reizigersuitgave van Johnnie Walker. Deze drank had een smaakcompositie
van Indische kruiden. Ik vond hem
lekker. Zo lekker dat ik hem later nog eens wilde kopen. Helaas was het een gelimiteerde uitgave. Dan maar een
andere Johnnie Walker. Red Label en Dubbel Black. Ze waren te drinken en zelfs
lekker te noemen, maar zij misten een finishing touch. Wat mij het gevoel gaf
van: Het is hem net niet.
Intussen bleef ik mij verdiepen in al het moois rondom het
Schotse nat. En ik probeerde het ene merk na het andere.
Zo zit ik nu met een glas The Balvenie Doublewood in mijn
luie stoel, een single malt whisky die twaalf jaar heeft gerijpt in eiken vaten.
Eerst zes jaar in een whiskyvat waardoor het een toets krijgt van zachte vanilletinten.
Daarna zes jaar in een sherryvat, wat de drank een fruitig en honingachtig
aroma geeft.
Voordat ik een eerste slokje neem, rol ik het gouden vocht
door het glas en geniet van de aroma’s die boven de gouden vloeistof hangen.
Pas dan neem ik een nipje, dat ik zo lang mogelijk in mijn mond laat rondgaan.
De scherpte van de alcohol is nu verdwenen en elk volgend slokje is lekkerder.
Op de achtergrond klinken de nocturnes van Chopin. In gedachten keer ik terug
naar het ruige Schotland. Ik heb het goed.
Tongstrelende zelfobservatie
BeantwoordenVerwijderen