Het gure novemberweer houdt mij tegen
om de natuur in te trekken. De onbedwingbare drang om ook in weer en wind op
pad te gaan is met het ouder worden geluwd. Bovendien heb ik het met schrijven
en kleine klusjes in huis prima naar mijn zin. En toch knaagt het; de roodborst
en winterkoning ze vragen onvoorwaardelijk aandacht. Ik ben dan ook blij dat
mijn vriend belt om voorzien van warme kleding en plu een stukje te gaan
fietsen. Schuilen kunnen we onderweg wel ergens, is zijn opportunistische
gedachte.
Het
eerste half uur verloopt prima: het blijft droog. In de verte drijven de
mooiste wolkenformaties en regenbuien langs. Felle opklaringen toveren een
fraaie regenboog tevoorschijn en langs de berm scharrelen kauwen en vinken in
het natte gras; mijn vriend denkt zelfs een keep te zien.
Als
we een bosperceel inrijden begint het te druppen, maar al snel gaat dat over in
fikse regen. Vlug duiken we tussen de struiken, drukken ons tegen een elzenstam
en klappen onze plu’s open. Dachten wij voor even te schuilen, de regen houdt als
een dreinend kind drie kwartier aan. De enige vogel die ons vergezelt, is een
verregende grote bonte specht. Toch hebben wij het prima naar onze zin.
Allerlei gein en ongein halen wij boven water en er ontstaat een sfeer van
oude-jongens-krentenbrood.
De
lucht klaart op en Buienradar laat zien dat het verder de hele middag droog zal
blijven. We fietsen naar een gemaal waar we uitzicht hebben over het
polderlandschap, de rivier en het eiland aan de overkant. Wij pakken warme thee
en boterhammen uit onze rugzakken; een lunch op deze manier en in deze
entourage is er een uit duizenden.
Torenvalk vliegt op. Foto Peter Ganzeboom
Vrolijk
en tevreden fietsen wij verwarmd en met een goed gevulde maag verder. Op een
rasterpaal droogt een torenvalk haar verenkleed. Mijn vriend maakt een eerste
foto. Hij wil echter een close-up en schuifelt voetje voor voetje naar de valk.
Die heeft hem door, maar blijft stoïcijns doorpoetsen tot het hem genoeg is en
hij op de wieken gaat. Precies op dat moment neemt mijn vriend een foto.
Een
tiental minuten later zijn wij aan de rand van de stad en besluiten wij onze laatste
kilometers door twee fraaie stadsparken te rijden. Er scharrelt van alles
tussen het struweel. Soms blijven wij even staan, maar de kou in onze handen en
tenen laat zich niet weerstaan; het is mooi geweest voor vandaag.
Buiten
zijn inspireert en wint het vaak van binnenblijven. Met plezier schrijf ik dan
ook dit stukje. Ik hoop dat u ervan geniet en wens u het beste voor 2022.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten