dinsdag 7 december 2021

Binnenblijven kan altijd nog

 

Het gure novemberweer houdt mij tegen om de natuur in te trekken. De onbedwingbare drang om ook in weer en wind op pad te gaan is met het ouder worden geluwd. Bovendien heb ik het met schrijven en kleine klusjes in huis prima naar mijn zin. En toch knaagt het; de roodborst en winterkoning ze vragen onvoorwaardelijk aandacht. Ik ben dan ook blij dat mijn vriend belt om voorzien van warme kleding en plu een stukje te gaan fietsen. Schuilen kunnen we onderweg wel ergens, is zijn opportunistische gedachte.  

Het eerste half uur verloopt prima: het blijft droog. In de verte drijven de mooiste wolkenformaties en regenbuien langs. Felle opklaringen toveren een fraaie regenboog tevoorschijn en langs de berm scharrelen kauwen en vinken in het natte gras; mijn vriend denkt zelfs een keep te zien.

Als we een bosperceel inrijden begint het te druppen, maar al snel gaat dat over in fikse regen. Vlug duiken we tussen de struiken, drukken ons tegen een elzenstam en klappen onze plu’s open. Dachten wij voor even te schuilen, de regen houdt als een dreinend kind drie kwartier aan. De enige vogel die ons vergezelt, is een verregende grote bonte specht. Toch hebben wij het prima naar onze zin. Allerlei gein en ongein halen wij boven water en er ontstaat een sfeer van oude-jongens-krentenbrood.

De lucht klaart op en Buienradar laat zien dat het verder de hele middag droog zal blijven. We fietsen naar een gemaal waar we uitzicht hebben over het polderlandschap, de rivier en het eiland aan de overkant. Wij pakken warme thee en boterhammen uit onze rugzakken; een lunch op deze manier en in deze entourage is er een uit duizenden.



Torenvalk vliegt op. Foto Peter Ganzeboom

Vrolijk en tevreden fietsen wij verwarmd en met een goed gevulde maag verder. Op een rasterpaal droogt een torenvalk haar verenkleed. Mijn vriend maakt een eerste foto. Hij wil echter een close-up en schuifelt voetje voor voetje naar de valk. Die heeft hem door, maar blijft stoïcijns doorpoetsen tot het hem genoeg is en hij op de wieken gaat. Precies op dat moment neemt mijn vriend een foto.

Een tiental minuten later zijn wij aan de rand van de stad en besluiten wij onze laatste kilometers door twee fraaie stadsparken te rijden. Er scharrelt van alles tussen het struweel. Soms blijven wij even staan, maar de kou in onze handen en tenen laat zich niet weerstaan; het is mooi geweest voor vandaag.  

Buiten zijn inspireert en wint het vaak van binnenblijven. Met plezier schrijf ik dan ook dit stukje. Ik hoop dat u ervan geniet en wens u het beste voor 2022.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten