Stram
en voorzichtig stap ik in de kajak voor onze tocht over de Nieuwkoopse Plassen.
Al na honderd meter houden wij onze peddels stil. Het zachte ruisen van de wind
en het klotsen van het water is het enige wat nog te horen is. Om ons heen
scheren laag over het water tientallen boerenzwaluwen. Pas als het warmer wordt
zoeken zij het hogerop. Behalve onze kajak, drijven er ontelbare gele plompen
en waterlelies op het water. Enkele staan zelfs nog in bloei.
Manoeuvreerden wij ooit ter plekke over bochtige kreken tussen met riet begroeide eilanden door, nu die gemaaid zijn, ‘drijft’ er een toendra van bruine stoppels als een tapijt rond de kajak. Op een geplagd en met gras begroeid oeverland leggen wij aan en gaan aan wal. De groendrassige grond onder onze voeten golft mee met elke stap die wij zetten.
gewone of bruine pad - Bufo Bufo
In de lucht is het spitsuur. Niet met vogels, maar met vliegtuigen die om de vijf minuten laag overvliegen richting Schiphol. Gelukkig is het niet storend. ‘Een kikker,’ klinkt het plotseling, ‘of is het een pad?’. Ik vertel over het verschil tussen beide. Samen zoeken we verder in het vochtige gras en zowaar, tussen tientallen kikvorsen vinden wij een enkele pad.
Later op een weidse plas dobbert onze kajak schijnbaar doelloos
voort. Nog steeds die immense stilte. Een kleine tweehonderd meter voor ons vouwt
een horizon van berken en elzen zich in een flauwe u-vorm om het water heen.
Als je bergen achter het panorama fantaseert, is het net een
Scandinavisch fjord. Wij moeten het met een spitse kerktoren doen; het
eindpunt van onze tocht. Als wij daar aanmeren hebben wij een houten kont alsof
wij urenlang in de banken van diezelfde kerk hebben gezeten. Een kniesoor die
daarover valt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten