woensdag 5 februari 2020

Schurend zilt zand


Voortgestuwd door een noordwesterstorm rukken de metershoge golven op naar de branding. Daar spatten zij in wit schuim uiteen. De wind tilt de vlokken op, vermengt ze met zand en waait ze naar het duin, waar wij enigszins beschut turen over zee.

  ‘Kijk dáár, links van de gele boei’ … Volhardend, zand en zout hebben inmiddels een waas over mijn optisch instrumentarium gelegd, probeer ik de jan van gent, want dat is de vogel waar Peter naar wijst, in mijn blikveld te vangen. En dan eindelijk lukt het.

Nog een tijd lang genieten wij van het natuurgeweld in optima forma, dan wordt het ook ons te gortig, het zand heeft inmiddels in alle gaten en kieren van ons lichaam zijn weg gevonden. Tijd om de luwte op te zoeken. De Kleine Beer is een prima plaats daarvoor. Het lijkt vandaag terplekke vogelarm, maar gaandeweg sprokkelen wij toch de soorten bijeen.

’s Avonds na het eten wil ik eigenlijk lekker weg doezelen op de bank, echter mijn taak als atletiektrainer kan ik niet verzaken. Als ik dan laat in de avond mijn hoofd op het kussen leg, om te dromen van al het moois dat de dag mij bracht, vallen de laatste zandkorrels uit mijn oor. Zacht schuren zij over mijn wang bij elke beweging die ik maak.       

Geen opmerkingen:

Een reactie posten