Liefkenshoektunnel.
Als we die achter ons gelaten hebben, rijden we langs plaatsen met de mooiste
namen: Kruibeke, Jabbeke, Veurne. We rijden dan ook in West-Vlaanderen en zijn
op weg naar de Franse kustplaats Duinkerken vanwaar de ferry ons naar Dover zal
varen. Het haven gebied van Duinkerken lijkt veel op de Maasvlakte anno de
vroege jaren tachtig, veel braakliggend terrein dat overwoekerd is met een
diversiteit aan boomsoorten en planten. Een eldorado voor hen die graag door
ruig gebied struinen. Een klein half uurtje wagen we ons dan ook in die ruigte.
Op het moment dat de zang van de cetti’s zanger ons dieper het struikgewas in lokt,
is het tijd om de laatste kilometers naar de veerpont af te leggen. Het
inchecken en de reis over een kalme zee verloopt soepel en twee uur later
rijden we door de straten van Dover op weg naar ons hotel in de omgeving van Canterbury.
Het
Hotel is een oud landhuis en via smalle gangen en krakende trappen stappen we
onze kamer binnen, die geheel in de stijl van de romantiek is ingericht. Vanuit
het raam dwaalt onze blik over de glooiende tuin met zijn oude eiken. Een
grijze eekhoorn beweegt zich als een acrobaat over een smalle schutting en
verdwijnt in het groen. ’s Avonds in de schemer waag ik een wandeling, wie weet
tref ik nog een uil. Achter de coniferen die langs het pad groeien, staan
diverse caravans. Deze worden bewoond door fruitplukkers die zich voorbereiden
op de pluk van rijp zomerfruit. Af en toe duikt er een vanachter de coniferen
op om te zien wie die ‘indringer‘ in het donker is. Als zich meerdere plukkers
melden, die bovendien argwanende blikken op mij werpen, besluit ik om er
tussenuit te piepen. Je weet immers maar nooit.
de eik groot oud
verdwijnt aan de bosrand
een houtduif vliegt op
Geen opmerkingen:
Een reactie posten