De
situatie die aan woorden voorafgaat, heeft geen naam. Het weer bijvoorbeeld
heeft op zichzelf geen enkele waarde. Wij ervaren het weer intuïtief en met ons
denken noemen wij het bijvoorbeeld mooi, of lelijk. De betekenis is
persoonlijk. Vaak is het intuïtief ervaren, het bewust zijn van iets, zuiverder dan het bedachte belang.
Hoe
zuiverder het bewustzijn hoe dichter de ervaringswaarde, van bijvoorbeeld een
waarneming, bij je ware aard ligt. En moeten wij dat altijd onder woorden
brengen? Je kan iets ook alleen ervaren, zonder woorden of denken. Ik zag
vanochtend iets. Wat ik toch zonder denken betekenis wil geven, delen.
Op
het pad, waarop ik loop, vliegt over een sloot een ijsvogel. Hij gaat zitten op
een tak. Ik ‘vang’ hem met mijn verrekijker. Dan duikt hij in de sloot en ben
ik hem even kwijt. Hij vliegt op. In zijn bek hangt een visje. Dan verdwijnt
hij uit beeld en ben ik hem kwijt. De lezer mag zelf, intuïtief of bedacht,
raden wat mijn gevoelens waren.
Simone Weil zei: We moeten onze
intuïtie gebruiken. De intelligentie heeft een sociaal en praktisch doel, maar
ze stelt ons niet in staat af te dalen tot onze diepste natuur. (Diepste natuur
is wie we werkelijk zijn – onze aard).
Dit
stukje is geschreven na het lezen van Nisargadatta Maharaj en Simone Weil en
mijn eigen begrip en intuïtie daarvan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten