donderdag 15 november 2018

Zinvol leven in een zinloos bestaan


Op een mooie zaterdagochtend rijd ik naar Klein Delfgauw, een gehucht dat pal naast de Delftse Hout ligt. Hier dieper in het landschap verborgen, ligt een rustiek gelegen locatie om optimaal met anderen van gedachten te wisselen. Op het terrein liggen verschillende kleine houten bebouwingen, waarvan de daken begroeid zijn met sedum. Het geheel doet als een natuurcamping aan. Ik voel mij dan ook snel thuis.

Als ik ‘de denkruimte’ binnenloop, heeft de gespreksleider van die dag de openhaard al aangestoken en pruttelt de koffie in een glazen pot. Een voor een druppelen ook de wijsgeren van die dag binnen. Een eerste kennismaking volgt en de mogelijk beste plaatsen worden uitgezocht. Het is een gemêleerd gezelschap van juristen, technici en vrijetijdsdenkers, allen met filosofie als passie.

Het vraagstuk van deze dag is: ‘Moeten wij de vrijheid van meningsuiting inperken zodat wij, burgers in de samenleving, ons veiliger voelen’. Vanuit verschillende filosofische stromingen wordt de vraag benaderd. Mijn antwoord ligt in de lijn van het existentialisme, omdat ik mij daar momenteel het meest in thuis voel. Waarom? Omdat het in wezen een positieve, optimistische en anti nihilistische filosofie is. Het zet uiteen hoe je een eerlijk en zinvol leven kunt leiden ondanks het feit dat het menselijk bestaan uiteindelijk zinloos en absurd is.[1] Zo, ga er maar aanstaan.

Nadat iedereen zijn of haar goed voorbereidde filosofisch betoog heeft gehouden en de eerste vragen zijn afgevuurd en daarop door de spreker adequaat is gereageerd, is het tijd voor een lunch. Denken maakt hongerig en in een naastgelegen restaurant staat een torenhoog en goed gevuld broodje voor mijn neus met daarnaast evenals bij de oude Grieken een geestrijk gevuld glas. Drank en genoeglijk samenzijn verbindt, zodat na het middagmaal de discussie op prettige wijze wordt voortgezet. Een definitief antwoord op de vraag blijft dan ook open. ‘Ja, maar mits’ en nee, tenzij’, liggen dan ook erg dicht bij elkaar. Wat rest en wat voor mij waardevol is, is een verdieping van het persoonlijk denken.

Een nuttige invulling van mijn dag dus, die geheel in lijn ligt met een zinvolle duiding van het bestaan; ik ben vrij om te denken, te kiezen en te handelen, al komt daar wel verantwoording bij aan te pas. Zelfs niet-handelen is een keuze en eist verantwoording. En zo zit ik toch gevangen, maar in mijn eigen vrijheid.





[1] Gary Cox in ‘Hoe wordt je existentialist’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten